Inhoudsopgave
Advertenties
Geleidbaarheid werking en methoden
72
7. Kies met de
en
UP
DOWN
de kalibratie afloopt. Druk op de toets
OK.
De aangepaste kalibratiestandaard bewerken
Als Aangepast voor de geleidbaarheidkalibratiestandaard is
geselecteerd, kunnen de concentratie, referentietemperatuur en
temperatuurcorrectie voor de kalibratiestandaard worden ingesteld.
STANDAARDWAARDE
Zo opent u de standaarwaarde voor geleidbaarheid van de
aangepaste kalibratieoplossing:
1. Markeer met de
UP
Standaardwaarde. Druk op de toets
onder Kiezen.
2. Kies met de
en
UP
DOWN
geleidbaarheidsstandaard voor kalibratie. Ga met de
-toets naar links. Druk op de toets
BLAUW/LINKS
om naar rechts te gaan. Druk als de cursor
GROEN/RECHTS
zich helemaal rechts bevindt op de toets
onder OK.
REFERENTIETEMPERATUUR
Zo voert u de referentietemperatuur voor de aangepaste
kalibratiestandaard in:
1. Markeer met de
UP
temperatuur. Druk op de toets
2. Kies met de
en
UP
DOWN
voor kalibratie. Ga met de
Druk op de toets
GROEN/RECHTS
Druk als de cursor zich helemaal rechts bevindt op de toets
onder OK.
GROEN/RECHTS
-toetsen hoe lang na de herinnering
GROEN/RECHTS
en
-toetsen de optie
DOWN
GROEN/RECHTS
-toetsen de waarde van de
GROEN/RECHTS
en
-toetsen de optie referentie-
DOWN
GROEN/RECHTS
-toetsen de referentietemperatuur
-toets naar links.
BLAUW/LINKS
om naar rechts te gaan.
onder
onder Kiezen.
Advertenties
Inhoudsopgave
