Paragraaf 1 Algemene informatie 1.1 Veiligheidsinformatie Lees de gehele gebruiksaanwijzing door alvorens dit instrument uit te pakken, in te stellen of te gebruiken. Besteed aandacht aan alle waarschuwingen voor gevaren en voorzorgsmaatregelen. Wanneer men dit nalaat, zou dit tot ernstige verwondingen van de gebruiker of beschadigingen aan het instrument kunnen leiden.
1.2 Productoverzicht De HQ-serie Portable Meters meten in combinatie met IntelliCAL™- elektrodes diverse parameters, zoals pH, geleidbaarheid, zoutgehalte, totaal opgeloste vaste stoffen (TDS), of opgeloste zuurstof (met Hach's gepatenteerde lichtgevende opgeloste ® zuurstof-technologie, LDO ). De meter herkent automatisch de elektrode die op de meter wordt aangesloten.
Pagina 9
Algemene informatie • Voeding via vier alkaline of nikkel metaalhydride (NiMH) AA-batterijen of netadapter...
Paragraaf 2 Specificaties Specificaties zijn onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande mededeling. Omkasting van de controller Meter: IP67, 30 minuten waterproof tot een diepte van 1 meter Behuizing Batterijbehuizing: 15 seconden waterbestendig tot 2 meter Vermogenseisen (intern) AA alkaline of nikkel metaalhydride(NiMH)batterijen (4) Vermogenseisen (externe 100 - 240 V, 50/60 Hz invoer;...
Paragraaf 3 Installatie 3.1 Het instrument uitpakken Neem het instrument met bijbehorende accessoires uit de verpakking en controleer of alle onderdelen onbeschadigd zijn. Controleer of alle op de pakbon vermelde onderdelen aanwezig zijn. Neem contact op met de producent of distributeur (buiten de VS) als er onderdelen missen of beschadigd zijn.
Installatie Netvoeding en batterijen GEVAAR Gebruik alleen alkaline of nikkel metaalhydridebatterijen in de meter. Andere batterijtypen kunnen brand of explosies veroorzaken. GEVAAR Zorg dat de batterijen volgens de polariteitsmarkeringen in de batterijbehuizing van de meter worden geplaatst. Foutief installeren van de batterijen kan de meter beschadigen of brand- of explosiegevaar opleveren.
Pagina 15
Installatie Afbeelding 3 Installeren batterijen AA alkaline of nikkel metaalhydride(NiMH) batterijen (4) Vergrendelingstab (geen verschillende soorten batterijen tegelijk gebruiken.) Batterijdeksel Linksboven in het display verschijnt een batterijpictogram om de actuele batterijstatus weer te geven. Als er batterijen zijn geïnstalleerd schakelt de meter na vijf minuten inactiviteit automatisch uit (dit is de standaardinstelling).
Installatie 3.2.2 Netvoeding Alle meters kunnen via netstroom worden gevoed bij het gebruik van een netvoeding, adapter en kabel. De HQ40d-meter wordt geleverd met een netvoeding, een USB/gelijkstroomadapter en een netsnoer (zie Afbeelding 6 op pagina 19). Met de USB/Gelijkstroomadapter kan de meter gegevens naar een computer of flash memorystick verzenden (zie paragraaf 3.5 op pagina...
Pagina 17
Installatie De HQ11d, HQ14d en de HQ30d ondersteunen een enkelvoudige aansluiting en weergave van IntelliCAL™-elektrodes (zie Afbeelding Afbeelding 4 Aansluitingen op HQ11d-, HQ14d-, HQ30d-meters USB/gelijkstroomadapter-poort (8-pins) Elektrode-poort (5-pins) De HQ40d ondersteunt enkelvoudige aansluiting en weergave van IntelliCAL™-elektroden (zie Afbeelding Afbeelding 5 Aansluitingen op de HQ40d-meter Elektrode-poort (5-pins) USB/gelijkstroomadapter-poort (8-pins)
Installatie 3.5 Datatransmissie (alleen HQ40d) Belangrijke opmerking: de batterijbehuizing van de meter en de USB/gelijkstroomadapter zijn niet waterproof. Wees voorzichtig bij gebruik van deze apparatuur op natte werkplekken. Het water kan doordringen in de apparatuur en op den duur de prestaties of kwaliteit beïnvloeden.
Pagina 19
Installatie Afbeelding 6 USB/gelijkstroomadapter op de HQ40d-meter Netvoeding Aansluiting personal computer (USB-host) Netsnoer Aansluiting flash memorystick/printer (USB-apparaat) USB/gelijkstroomadapter...
Paragraaf 4 Systeem opstarten 4.1 Overzicht standaardprocedure opstarten 1. Sluit de elektrode aan en schakel de meter in. Als er een elektrode op de HQ30d of HQ40d portable meter is aangesloten, herkent de meter automatisch de parameter en is deze klaar voor gebruik. De HQ11d meet uitsluitend pH. De HQ14d meet alleen geleidbaarheid, zoutgehalte en totaal opgeloste vaste stoffen (TDS).
Systeem opstarten 4.2 Gebruikersinterface en navigatie van het meetinstrument 4.2.1 Beschrijving toetsenbord Afbeelding 7 geeft het toetsenbord van de meter weer en toetsbeschrijvingen die voor alle modellen overeenkomen. Afbeelding 7 Beschrijving toetsenbord HQ-serie AAN/UIT softtoetsen: functie wordt bepaald door het DOWN softwaremenu ID GEBRUIKER...
Systeem opstarten 4.2.2 Beschrijving display (enkel en dubbel) 4.2.2.1 Gebruik van de modus Enkel scherm De meter geeft de concentratie, eenheden, temperatuur, kalibratiestatus, gebruiker-ID, monster-ID, datum en tijd weer, zoals te zien is in afbeelding 8. De HQ40d-meter kan in de modus Dubbel scherm twee parameters tegelijk weergeven.
Systeem opstarten 4.3 Taal selecteren De meter kan met diverse talen werken. Als de meter voor het eerst wordt ingeschakeld moet de gebruiker een taal kiezen, voordat de andere meterfuncties kunnen worden gebruikt. De taal selecteren of wijzigen: 1. Druk op de toets APPARAATOPTIES 2.
Pagina 25
Systeem opstarten 3. de tijdsinvoer werkt standaard met 24u-indeling. Markeer met -toetsen de opties Tijd instellen, Tijdsformat, DOWN Datum instellen, of Datumformat. Druk op de toets onder Kiezen. GROEN/RECHTS TIJD INSTELLEN Wijzig met de -toetsen de tijd. DOWN Druk op de toets om naar rechts te gaan.
Paragraaf 5 Standaard bedrijf Belangrijke opmerking: schermafbeeldingen in deze handleiding zijn voor illustratieve doeleinden en komen wellicht niet overeen met de werkelijke weergave. 5.1 Monster- en gebruiker-identificatie instellen. Gebruik de toets om metingen met een specifieke ID MONSTER monsterlocatie te associëren. Het Monster-ID wordt linksonder in het display weergegeven en alle opgeslagen gegevens dragen dit ID.
Standaard bedrijf 5.1.1.2 Een Monster-ID selecteren Zo selecteert u een bestaand Monster-ID: 1. Druk op de toets ID MONSTER 2. Markeer met de -toetsen de optie Huidig ID. DOWN Druk op de toets onder Kiezen. GROEN/RECHTS 3. Kies met de -toetsen het gewenste Monster-ID.
Standaard bedrijf 5.1.2 ID gebruiker 5.1.2.1 Een nieuw gebruiker-ID aanmaken Zo maakt u een nieuw Gebruiker-ID aan: 1. Druk op de toets ID GEBRUIKER 2. Markeer met de -toetsen de optie Nieuw ID DOWN gebruiker aanmaken. Druk op de toets GROEN/RECHTS onder Kiezen.
Standaard bedrijf 5.1.2.3 Een gebruiker-ID wissen Zo wist u een bestaand Gebruiker-ID: 1. Druk op de toets ID GEBRUIKER Opmerking: het standaard gebruiker-ID kan niet worden gewist 2. Markeer met de -toetsen de optie ID gebruiker DOWN wissen. Druk op de toets onder Kiezen.
Standaard bedrijf LOG METING De meting of Log meting geeft de meest actuele meetwaarde met de bijbehorende tijd, datum, gebruiker en het Monster-ID. Er verschijnt een waarschuwingsbericht als een fout in verband wordt gebracht met de meting, zoals overschrijding limiet of verlopen kalibratie.
Standaard bedrijf 3. Ga naar stap 4 als er slechts één elektrode is aangesloten. Als er twee elektrodes zijn aangesloten (alleen HQ40d), worden deze beide weergegeven. Markeer met de -toetsen de elektrode. Druk op de toets DOWN GROEN/RECHTS onder Kiezen. 4.
Standaard bedrijf 5.3 Gegevens verzenden (alleen HQ40d-meter) Opmerking: als de reactietijd tijdens het verzenden van gegevens lang is, herformatteer de flash memorystick of computer en gebruik de file allocation table-indeling (FAT 16 of 32). Gegevens kunnen worden verzonden naar een printer, flash memorystick of een printer die gebruik maakt van de USB-aansluiting op de HQ40d USB/gelijkstroomadapter.
Standaard bedrijf Zo selecteert u een andere rapportoptie: 1. Druk op de toets DATA OPSLAG 2. Markeer met de -toetsen de optie Opties rapport. DOWN Druk op de toets onder Kiezen. GROEN/RECHTS 3. Kies met de -toetsen het gewenste rapporttype. DOWN Druk op de toets onder OK.
Standaard bedrijf 4. Markeer met de -toetsen de optie Huidige DOWN kalibratie versturen of Historie kalibratie versturen: • Huidige kalibratie versturen: de meest recente kalibratiegegevens verzenden. • Historie kalibratie versturen: alle in de elektrode opgeslagen kalibratiegegevens verzenden. Druk op de toets onder Kiezen.
Standaard bedrijf 7. Het meterdisplay geeft de melding “Gegevens verzenden...”. De gegevens verschijnen in het softwarevenster van de pc-toepassing. Het bestand wordt opgeslagen in de kommagescheiden (.csv) indeling. Opmerking: zie voor meer informatie over het werken met CSV-bestanden de sectie "Werken met gegevens" op de cd bij de HQ40d. 5.4 Rapporten Gegevensopslag weergeven (alleen HQ40d) Als de inhoud van Gegevensopslag naar de printer wordt verzonden...
Standaard bedrijf 5.4.2.1 Basisrapport Een basisrapport bestaat uit één regel gegevens per monstermeting. Afbeelding 10 geeft details over de gegevens in dit type rapport. Afbeelding 10 Monstergegevens in een Basisrapport Type meting (RD = reading (meting)) Eenheid Type parameter (pH, LDO, CDC, etc.) ID monster: door de gebruiker gedefinieerd, geeft "ID MONSTER"...
Standaard bedrijf 5.4.2.3 Totaalrapport Een totaalrapport bestaat uit drie regels gegevens per monster- meting. De eerste twee regels bevatten dezelfde gegevens als die van een geavanceerd rapport. De derde regel bevat extra gegevens, zoals weergegeven in Afbeelding Afbeelding 12 Monstergegevens in een Totaalrapport Naam methode: door de gebruiker gedefinieerde naam voor deze meting Tijdstip kalibratie: tijdstip van de laatste kalibratie, voorafgegaan door "KAL"...
Standaard bedrijf 5.4.3 Kalibratieresultaten Kalibratiegegevens worden op twee regels in Gegevensopslag vermeld Afbeelding 13. Het aantal weergegeven kalibratie- gegevens is niet afhankelijk van de geselecteerde rapportoptie. Afbeelding 13 Rapport kalibratiegegevens Type meting (CL = calibration (kalibratie)) Type parameter (pH, LDO, CDC, etc.) Tijdstip kalibratie: voorafgegaan door "KAL"...
Standaard bedrijf 5.4.4 Resultaten Controlestandaard De resultaten van Controlestandaard worden in de print van Gegevensopslag op twee regels weergegeven (Afbeelding 14). Het aantal weergegeven gegevens voor Controlestandaard is niet afhankelijk van de geselecteerde rapportoptie. Afbeelding 14 Rapport Controlestandaard Type meting (ST = Controlestandaard) Type parameter (pH, LDO, CDC, etc.) Tijd Controlestandaard (uu:mm:ss in 24u-indeling) Datum Controlestandaard (DD-MM-JJ of door de gebruiker gedefinieerde indeling)
Standaard bedrijf 5.5 Rapporten Kalibratie weergeven (alleen HQ40d) Voor informatie over de huidige kalibratie of kalibratiehistorie kan een rapport worden geprint zoals beschreven in paragraaf 5.3.1.2 op pagina 5.5.1 Rapporten huidige kalibratie Een rapport van de huidige kalibratie bevat twee regels met gegevens.
Standaard bedrijf 5.5.2 Rapporten kalibratiehistorie Een rapport van de kalibratiehistorie bevat twee regels met gegevens per kalibratie. Afbeelding 16 geeft details over de gegevens in dit type rapport. Afbeelding 16 Rapport kalibratiehistorie Type rapport (CH = Kalibratiehistorie) Type parameter (pH, LDO, CDC, etc.) Tijdstip kalibratie: voorafgegaan door "KAL"...
Standaard bedrijf 5.6 Methoden archiveren en uitwisselen (alleen HQ40d) Naast het vastleggen van realtime gegevens en het verzenden van gegevens vanuit Gegevensopslag kunnen ook door de gebruiker aangemaakte methoden worden opgeslagen op een USB flash memorystick. Deze methoden kunnen vervolgens op een pc worden gearchiveerd of worden overgebracht naar een andere HQd-meter.
Paragraaf 6 pH werking en methoden 6.1 De pH-elektrode kalibreren Opmerking: pH-bufferoplossingen gebruiken om de pH-elektrode te kalibreren. Het minimaal vereiste aantal en de minimaal vereiste waarden van pH-bufferoplossingen worden gespecificeerd in het menu Opties kalibratie. Bij gebruik van de kleurgecodeerde DIN-buffersets kunnen maximaal drie buffers worden ingevoerd.
pH werking en methoden 8. De Kalibratiesamenvatting verschijnt. Druk op de toets onder Opslaan om de kalibratie te accepteren GROEN/RECHTS en naar de meetmodus te gaan. De kalibratie wordt opgeslagen in één van de 500 geheugenplaatsen van Gegevensopslag. Bij gebruik van de HQ40d-meter worden de kalibratiegegevens ook naar een eventueel aangesloten pc/printer/flash memorystick verzonden.
pH werking en methoden 6.2 pH-metingen uitvoeren Stel, als volledige herleidbaarheid vereist is, het monster-ID en gebruiker-ID in, alvorens met de metingen te beginnen. Opmerking: de standaardinstelling voor meetmodus is “Drukken voor meten”. Als een andere modus is vereist, wijzig dan de meetmodus (zie paragraaf 9.5 op pagina 90).
pH werking en methoden 4. Het display toont de waarde van de Controlestandaard en geeft de melding “Controlestandaard ok” of “Fout controlestandaard”. Als de melding “Controlestandaard ok” verschijnt, is aan de juiste criteria voldaan en is de nauwkeurigheid van de meting geverifieerd.
pH werking en methoden 6.4 De pH-methode instellen Het menu pH-methoden is beschikbaar via de toets als Toegangsbeheer is APPARAATOPTIES/PARAMETERMETHODEN uitgeschakeld of als er een geldig wachtwoord is ingevoerd. Om pH-methoden te kunnen wijzigen moet er een pH-elektrode op de meter zijn aangesloten. Aan het selecteren van methoden zijn geen gebruikersbeperkingen verbonden.
pH werking en methoden 4. Blader met de -toetsen door de letters en cijfers. DOWN Druk op de toets om een letter of cijfer te GROEN/RECHTS selecteren. De cursor gaat verder naar de volgende positie. 5. Herhaal de vorige stap om meer letters of cijfers toe te voegen tot de naam compleet is.
Pagina 52
pH werking en methoden 3. Kies met de -toetsen de gewenste resolutie en DOWN reactietijd. Als de reactietijd op “Traag” is ingesteld, zijn de meetresultaten het meest nauwkeurig. Druk op de toets onder OK. GROEN/RECHTS Zo stelt u de boven- en ondergrenzen voor pH in: 1.
pH werking en methoden 5. Bovengrens instellen: kies met de -toetsen de DOWN gewenste grenswaarde. Ga met de -toets naar BLAUW/LINKS links. Druk op de toets om naar rechts te GROEN/RECHTS gaan. Druk als de cursor zich helemaal rechts bevindt op de toets onder OK.
Pagina 54
pH werking en methoden KALIBRATIEHERINNERING BEWERKEN 1. Markeer met de toetsen de optie Herinnering DOWN kalibratie instellen. Druk op de toets onder GROEN/RECHTS Kiezen. Herinnering in- of uitschakelen: 2. Markeer met de -toetsen de optie Herinnering. DOWN Druk op de toets onder Kiezen.
Pagina 55
pH werking en methoden Zo bewerkt u het verlopen van de kalibratie: 6. Markeer met de -toetsen de optie Loopt af. DOWN Druk op de toets onder Kiezen. GROEN/RECHTS 7. Kies met de -toetsen hoe lang na de herinnering DOWN de kalibratie afloopt.
pH werking en methoden De slopelimiet voor kalibratie instellen De meter kan een kalibratieslope die niet binnen de tolerantie valt detecteren. Hoe stenger de limieten zijn, des te nauwkeuriger is een succesvolle kalibratie. Zo wijzigt u de geaccepteerde slopetolerantie voor kalibratie: 1.
Pagina 57
pH werking en methoden Opties herinnering Controlestandaard bewerken Voer de volgende stappen uit om de herinnering Controlestandaard in of uit te schakelen, de frequentie van de herinnering Controlestandaard in te stellen en de resetoptie te bewerken. Zo bewerkt u de opties voor de herinnering Controlestandaard: 1.
Pagina 58
pH werking en methoden De acceptatiecriteria voor Controlestandaard instellen 1. Markeer met de -toetsen de optie Criteria DOWN acceptatie. Druk op de toets onder Kiezen. GROEN/RECHTS Voer de volgende stappen uit om de acceptatiecriteria voor Controlestandaard in te stellen of in te stellen dat een verworpen Controlestandaard een herkalibratie vereist, voordat meting kan worden hervat.
pH werking en methoden 6.5.5 De meeteenheden pH wijzigen De meter geeft in meetmodus zowel pH als mV-verzadiging weer. Zo wijzigt u de gebruikte eenheid: 1. Markeer met de -toetsen de optie Eenheden. DOWN Druk op de toets onder Kiezen. GROEN/RECHTS 2.
Paragraaf 7 Geleidbaarheid werking en methoden 7.1 De geleidbaarheidselektrode kalibreren Het kalibreren van de geleidbaarheidselektrode bepaalt de lineaire celconstante van de elektrode. Gebruik een geleidbaarheids- standaardoplossing om de geleidbaarheidselektrode te kalibreren. De geleidbaarheidsstandaard kan in het menu Opties geleidbaarheid worden gespecificeerd (zie paragraaf 7.4 op pagina 64).
Pagina 62
Geleidbaarheid werking en methoden 7. Als de kalibratie succesvol is verlopen verschijnt in de linker bovenhoek van het display OK. Als een kalibratie is verlopen of als een standaardverificatie is mislukt of uitgesteld verschijnt er een vraagteken in het display. 7.2 Het doen van een meting van geleidbaarheid, soortelijke weerstand, zoutgehalte of TDS-meting Voer, als volledige herleidbaarheid is vereist, een Gebruiker-ID...
Geleidbaarheid werking en methoden afbeelding 18 Voorbeeld van een geleidbaarheidsmeting, weergegeven in TDS-eenheden afbeelding 19 Voorbeeld van een geleidbaarheidsmeting, weergegeven in eenheden van soortelijke weerstand 7.3 Standaardverificatie handmatig of automatisch activeren Als de Standaardherinnering verifiëren is ingeschakeld, geeft de meter automatisch het scherm Controlestandaard weer. De Controlestandaard kan direct worden gemeten of tot een later tijdstip worden uitgesteld.
Geleidbaarheid werking en methoden 6. Als “Fout controlestandaard” wordt weergegeven bevindt het resultaat van de meting zich buiten de geaccepteerde limieten. 7. Als de acceptatiecriteria geen controlestandaardfouten toestaan, worden alle resultaten weergegeven met het -pictogram en worden opgeslagen met een vlag CALIBRATIE ? die een verdachte kalibratie aangeeft.
Geleidbaarheid werking en methoden Tabel 2 Overzicht menuparameters Geleidbaarheidsmethode. GELEIDBAARHEID HOOFDMENU GELEIDBAARHEID SUBMENU Huidige methode Methode Huidige methode opslaan als Nieuwe naam methode Parameter Opties metingen Huidige methode wijzigen Opties kalibratie instellen Opties controlestandaard instellen Methode verwijderen Methode 7.5 Overzicht menu Huidige methode wijzigen voor geleidbaarheid GELEIDBAARHEIDSOPTIE BESCHIKBARE SELECTIES STANDAARDINSTELLING...
Geleidbaarheid werking en methoden 7.5.2 Geleidbaarheidsparameter wijzigen De parameters wijzigen waarmee geleidbaarheid, TDS, zoutgehalte, of soortelijke weerstand wordt gemeten. 1. Druk als Parameter is gemarkeerd in het menu Huidige methode wijzigen op de -toets onder Kiezen. GROEN/RECHTS 2. Kies met de -toetsen de gewenste parameter.
Pagina 68
Geleidbaarheid werking en methoden 2. Kies met de -toetsen de gewenste eenheid. DOWN Druk op de toets onder OK. GROEN/RECHTS Meeteenheden wijzigen Voor geleidbaarheid, zoutgehalte, TDS en soortelijke weerstand kunnen boven- en ondergrenzen worden ingesteld. Zo stelt u de limieten in: 1.
Pagina 69
Geleidbaarheid werking en methoden Temperatuurcorrectie wijzigen Temperatuurcorrectieopties zijn beschikbaar voor geleidbaarheid of soortelijke weerstand. Zo wijzigt u de opties voor temperatuurcorrectie: 1. Markeer met de -toetsen de optie Temperatuur- DOWN correctie. Druk op de toets onder Kiezen. GROEN/RECHTS 2. Kies met de -toetsen de temperatuurcorrectie die DOWN moet worden gebruikt.
Geleidbaarheid werking en methoden 2. Kies met de -toetsen de referentietemperatuur die DOWN moet worden gebruikt. Druk op de toets tot OK GROEN/RECHTS de rechter pijl in de functiebalk vervangt. Kies OK om de invoer te voltooien. 7.5.4 De Opties metingen geleidbaarheidskalibratie wijzigen Opties kalibratie wijzigt de gespecificeerde geleidbaarheids- standaarden voor kalibratie en kalibratieherinneringen.
Pagina 71
Geleidbaarheid werking en methoden 2. Markeer met de -toetsen de optie Herinnering om DOWN deze in of uit te schakelen. Druk op de toets GROEN/RECHTS onder Kiezen. 3. Selecteer met de -toetsen Aan of Uit. DOWN Druk op de toets onder OK.
Pagina 72
Geleidbaarheid werking en methoden 7. Kies met de -toetsen hoe lang na de herinnering DOWN de kalibratie afloopt. Druk op de toets onder GROEN/RECHTS De aangepaste kalibratiestandaard bewerken Als Aangepast voor de geleidbaarheidkalibratiestandaard is geselecteerd, kunnen de concentratie, referentietemperatuur en temperatuurcorrectie voor de kalibratiestandaard worden ingesteld.
Geleidbaarheid werking en methoden Temperatuurcorrectie Zo voert u de temperatuurcorrectie in die met de aangepaste kalibratiestandaard moet worden gebruikt: 1. Markeer met de -toetsen de optie DOWN Tempcorrectie (%/°C). Druk op de toets GROEN/RECHTS onder Kiezen. 2. Wijzig met de -toetsen de correctiefactor.
Pagina 74
Geleidbaarheid werking en methoden 2. Kies met de -toetsen de gewenste waarde voor de DOWN Controlestandaard. Druk op de toets onder GROEN/RECHTS Herinnering Controlestandaard bewerken Voer de volgende stappen uit om Standaardherinnering verifiëren in of uit te schakelen, Herhaling Controlestandaard in te stellen en de Controlestandaard uit te stellen.
Pagina 75
Geleidbaarheid werking en methoden 6. Markeer met de -toetsen de optie Verplaatsen DOWN toelaten om deze functie in te stellen. Druk op de toets GROEN/RECHTS onder Kiezen. De verplaats functie stelt de gebruiker in staat om monstermetingen voort te zetten in plaats van direct een Controlestandaard uit te voeren als de herinnering verschijnt.
Pagina 76
Als de meter niet wordt gekalibreerd wordt elk resultaat weergegeven met het pictogram en opgeslagen met een vlag die een KALIBRATIE ? twijfelachtige kalibratie aangeeft. Als deze functie op Nee wordt ingesteld, werkt de meter normaal in de meetmodus. Bezoek www.hach.com...
Paragraaf 8 LDO werking en methoden 8.1 Een opgeloste zuurstofmeting uitvoeren Voer, als volledige herleidbaarheid is vereist, een Monster-ID en Gebruiker-ID in alvorens monsters te meten. Opmerking: de standaardinstelling voor meetmodus is “Drukken voor meten”. Zie meetmodus in paragraaf 9.5 op pagina 90 voor het wijzigen van de modus.
Pagina 78
LDO werking en methoden watermonster met behulp van bestaande druk-, temperatuur- en zoutgehaltecondities. Opmerking: wijzig de LDO-methode om een watermonster als standaard te gebruiken. Kalibreren met waterverzadigde lucht: 1. Druk op de toets onder Kalibreren. BLAUW/LINKS Opmerking: als de HQ40d-meter met twee elektroden wordt gebruikt moet het display in enkelvoudige schermmodus worden geschakeld.
LDO werking en methoden 6. Als de kalibratie succesvol is verlopen verschijnt in de linker bovenhoek van het display OK. Als een kalibratie is verlopen of als een standaardverificatie is mislukt of uitgesteld verschijnt er een vraagteken in het display. 8.2.1 Kalibratiefout - Slope buiten bereik Als de slope niet voldoet aan de acceptatiecriteria toont het display “Slope buiten bereik”.
LDO werking en methoden 8.4.1 Een nieuwe LDO-methode invoeren Een nieuwe LDO-methode kan worden ingevoerd als Toegangsbeheer is uitgeschakeld, of als er een geldig wachtwoord is ingevoerd. 1. Druk op de -toets. OPTIES 2. Markeer met de -toetsen de optie DOWN LDO101-methode.
LDO werking en methoden 8.4.3 De opties LDO-metingen wijzigen Bewerk Opties metingen om de weergegeven resolutie, onder- en bovengrenzen, Correctie zoutgehalte, drukeenheden of Interval middeling te bewerken. 1. Druk als Opties metingen is gemarkeerd in het menu Huidige methode wijzigen op de -toets onder Kiezen.
Pagina 83
LDO werking en methoden 2. Selecteer met de -toetsen Ondergrens of DOWN Bovengrens. Druk op de toets onder Kiezen. GROEN/RECHTS 3. Ondergrens: Kies met de -toetsen de gewenste DOWN grenswaarde. Ga met de -toets naar links. BLAUW/LINKS Druk op de toets om naar rechts te gaan.
LDO werking en methoden Het Interval middeling wijzigen In monsters met veel waterbellen, zoals beluchtingsbassins, zullen de resultaten instabiel zijn of veel ruis opleveren. Verbeter de stabiliteit met de functie Middeling. Zo selecteert u het interval voor middelingresultaten: 1. Kies met de -toetsen het gewenste middelings- DOWN interval.
LDO werking en methoden Gebruik de optie Kalibratiestandaard om een watermonster voor kalibratie te gebruiken. 1. Markeer met de -toetsen Kalibratiestandaard DOWN in het menu Huidige methode wijzigen. Druk op de toets onder Kiezen. GROEN/RECHTS 2. Selecteer met de -toetsen mg/l. DOWN Druk op de toets onder OK.
Pagina 86
2. Kies met de -toetsen de gewenste methode. DOWN Druk op de toets onder Wissen. GROEN/RECHTS Een eenmaal gewiste methode kan niet worden teruggehaald. Bezoek www.hach.com...
Paragraaf 9 Uitgebreide bewerkingen De diverse meterfuncties die kunnen worden gewijzigd via -toets worden weergegeven in paragraaf 9.1 OPTIES paragraaf 9.2. De Parametermethodeselectie is een dynamisch selectiescherm waarvan de inhoud zich kan wijzigen, afhankelijk van hoeveel elektroden er op de meter zijn aangesloten. Het menu Apparaatopties wordt weergegeven als Toegangsbeheer is uitgeschakeld, of als er een geldig wachtwoord wordt ingevoerd.
Uitgebreide bewerkingen 9.3 Toegangsbeheer gebruiken Toegangsbeheer wordt gebruikt om parametermethoden en meterinstellingen te beveiligen. Als Toegangsbeheer is ingeschakeld verschijnen opties voor Meetmodus, Toegangsbeheer, Tijd, Temperatuureenheden en Taal niet in het configuratiemenu. De optie Toegangsbeheer is beschikbaar in het menu Apparaatopties > Toegangsbeheer, wat beschikbaar is na de eerste start als Toegangsbeheer is uitgeschakeld, of als Toegangsbeheer is ingeschakeld en er een geldig wachtwoord is ingevoerd.
Uitgebreide bewerkingen 7. Markeer met de toetsen de optie DOWN Toegangsbeheer. Druk op de toets GROEN/RECHTS onder Kiezen. 8. Selecteer ON met de -toetsen. DOWN Druk op de toets onder Kiezen. GROEN/RECHTS De toegang is nu beperkt. Als de toets wordt ingedrukt OPTIES verschijnt het menu Gebruikersopties.
Uitgebreide bewerkingen 9.5 De meetmodus instellen Drie meetmodi hebben invloed op de manier waarop metingen worden uitgevoerd en gegevens worden opgeslagen: INDRUKKEN VOOR METEN: De toets GROEN/RECHTS moet voor elke meting worden ingedrukt. Elk resultaat wordt automatisch opgeslagen in de dataopslag als dit voldoet aan de ingestelde stabiliteitscriteria.
Uitgebreide bewerkingen 4. Selecteer met de -toetsen Indrukken voormeten, DOWN Interval, of Continu. Druk op de toets onder GROEN/RECHTS 9.5.1 Automatische meetintervallen instellen Als er van de modus Interval gebruik wordt gemaakt moet er worden ingesteld hoe vaak en hoe lang er wordt gemeten. Kalibratieherinneringen, Auto-uitschakelen en Standaardverificatie- herinneringen onderbreken de intervalmetingen niet.
Uitgebreide bewerkingen 9.5.2 Intervalmetingen starten Druk vanuit het hoofdscherm Metingen op de -toets onder Start om de intervalmetingen te GROEN/RECHTS starten. Rechtsonder in het scherm wordt de resterende tijd voor de metingen weergegeven. Het monster-ID wordt bij elke meting automatisch verhoogd. Tijdens intervalmetingen is de functie Auto-uitschakelen niet beschikbaar.
Uitgebreide bewerkingen 9.6 Instrumentgegevens weergeven Gebruik het menu Gegevens instrument om het serienummer, softwareversie en typenummer van de meter of op de meter aangesloten elektroden weer te geven. 1. Druk op de -toets. OPTIES 2. Markeer met de -toetsen de optie Gegevens DOWN instrument.
Uitgebreide bewerkingen AUTO-UITSCHAKELEN Met Auto-uitschakelen kan de levensduur van de batterijen worden verlengd. Deze functie is niet actief als de meter is aangesloten op netstroom of als er intervalmetingen worden uitgevoerd. Kies met de -toetsen een tijdsperiode waarna de DOWN meter zichzelf uitschakelt, als er in deze periode geen toetsen zijn ingedrukt.
Uitgebreide bewerkingen 9.9 Datum en tijd instellen Raadpleeg paragraaf 4.4 op pagina 24 voor meer informatie. 9.10 Temperatuureenheden instellen Graden in Celsius of Fahrenheit kiezen: 1. Druk op de toets APPARAATOPTIES 2. Markeer met de -toetsen de optie Temperatuur- DOWN eenheden.
Paragraaf 10 Onderhoud GEVAAR Alleen gekwalificeerd personeel mag de taken uitvoeren die beschreven zijn in dit gedeelte van de handleiding. 10.1 Reiniging van de meter De meter is ontworpen om onderhoudsvrij te functioneren. Wrijf als de meter vuil is het oppervlak met een vochtige doek schoon.
Paragraaf 11 Onderdelen en accessoires 11.1 Onderdelen Omschrijving Hoeveelheid Catalogusnummer LDO-elektrode, standaard, met kabel 1 m LDO101-01 LDO-elektrode, standaard, met kabel 3 m LDO101-03 LDO-elektrode, robuust, met kabel 5 m LDO101-05 LDO-elektrode, robuust, met kabel 10 m LDO101-10 LDO-elektrode, robuust, met kabel 15 m LDO101-15 LDO-elektrode, robuust, met kabel 30 m LDO101-30...
Onderdelen en accessoires 11.3 Verbruiksartikelen Omschrijving Hoeveelheid Catalogusnummer IUPAC-serie gecertificeerde pH-standaards (buffers) pH 1679 ± 0,010 @ 25 °C 500 ml S11M001 pH 4005 ± 0,010 @ 25 °C 500 ml S11M002 pH 7000 (Radiometer Analytical) ± 0,010 @ 25 °C 500 ml S11M004 pH 10012 ±...
Pagina 101
Onderdelen en accessoires 11.3 Verbruiksartikelen Omschrijving Hoeveelheid Catalogusnummer Ferrichlorideoplosing, APHA 429-53 Overig: pH-vuloplossing (voor PHC301), 3M KCl, verzadigd met AgCl 30 ml 28417-00 Bewaaroplossing pH-elektrode 500 ml 27565-49 Gecertificeerde standaards worden geleverd met certificaten voor herleidbaarheid naar standaard referentiematerialen.
• Korte beschrijving of modelnummer • Hoeveelheid Internationale klanten Hach onderhoudt een wereldwijd netwerk van dealers en distributeurs. Stuur voor de gegevens van de dichtstbijzijnde vertegenwoordiger een e-mail naar: intl@hach.com of neem contact op met: Hach Company World Headquarters; Loveland, Colorado, U.S.A.
Paragraaf 13 Reparatieservice Alvorens apparatuur voor reparatie op te kunnen sturen moet er een authorisatie van Hach worden verkregen. Neem contact op met het Hach Service Center voor uw locatie. DR. LANGE NEDERLAND B.V. HACH LANGE NV Laan van Westroijen 2a...
Paragraaf 14 Certificering Hach Company verklaart dat dit instrument grondig werd getest, geïnspecteerd en dat werd geconstateerd, dat het voldoet aan zijn gepubliceerde specificaties toen het vanuit de fabriek werd verzonden. De HQ-serie portable meters zijn getest en gecertificeerd zoals...
FCC ONDERDEEL 15: Klasse uitstoot A limieten Ondersteunende testrecords door Hewlett Packard, Fort Collins, Colorado Hardware Test Center (A2LA # 0905-01) en gecertificeerde conformiteit door Hach Company. Deze apparatuur voldoet aan onderdeel 15 van de FCC-regels. Gebruik is aan de volgende twee condities onderhevig:...
In het geval er een defect wordt ontdekt gedurende de garantieperiode, gaat de Hach Company ermee akkoord dat zij het defecte product naar haar keuze zal repareren of vervangen of de verkoopprijs zal vergoeden, met uitzondering van de oorspronkelijke verzend- en administratiekosten.