1.
Ethernet aansluiting
2.
Primaire aansluiting
3.
Gas aansluiting
4.
Zekering automaat
5.
Aansluiting waterkoeler
Interne Bedienelementen
Figuur 5
1.
Rem van de haspelas
2.
Drukarm draadaanvoersysteem
3.
Koude draadaanvoer / Gas spoelen
Definitie van de Lasmode
Niet Synergische lasmode
Bij een niet synergische lasmode moeten alle
lasparameters door de lasser/operator ingestelg
worden.
Synergische lasmode
Een synergische lasmode biedt de eenvoud en
gemak van een éénknops bediening. De machine
selecteert de juiste lasstroom en spanning aan de
hand van de door de lasser/operator ingestelde
draadaanvoersnelheid.
Basis keuze las mode / lasprogramma
Het selecteren van een lasmode/programma bepaalt de
uitgangskarakteristiek van de Powerwave stroombron.
Lasmodes zijn specifiek ontwikkeld voor een bepaald
lastoevoegmateriaal, met een bepaalde diameter en een
bijbehorend beschermgas. Refereer aan de weld set
referentie die met de machine meegeleverd is of kijk op
www.powerwavesoftware.com Voor een meer complete
beschrijving van alle lasmodes/programma's.
Draadaanvoersnelheid (WFS)
Draadsnelheid is de primaire parameter in synergische
lasmode (synergisch CV, GMAW-P). De lasser,
operator stelt de draadaanvoersnelheid in aan de hand
van de draaddiameter, lasnaadvorm, inbranding enz.
De Powerwave gebruikt vervolgens deze draadsnelheid
voor het instellen van de optimale lasstroom en
lasspanning. In niet synergische mode werkt de
draadaanvoersnelheid als bij een conventionele machine
Nederlandse
waarbij draadsnelheid en lasspanning onafhankelijk van
elkaar in te stellen zijn. Bij het niet synergisch lassen
moet de lasser/operator de lasspanning corrigeren bij
elke wijziging van de draadaanvoersnelheid.
Lasstroom / Ampère
In electrode stand (CC mode), hier regelt men de
instelling van de lasstroom
Lasspanning / Volt
In CV mode regelt men de instelling van de lasspanning.
Trim
Hiermee regelt men de booglengte in synergische mode.
Regelbaar van 0.50 tot 1.50. Waarbij 1.00 de standaard
instelling is en een goed startpunt voor de meeste
lasprocedures.
Smoorspoel / Inductie en UltimArc
TM
UltimArc
Control biedt de lasser de mogelijkheid de
eigenschappen van de lasboog te variëren van een
"zachte" (soft) naar "harde" (crisp) lasboog. UltimArc™
Control is instelbaar tussen –10.0 tot +10.0 met een
standaard instelling van 0.0.
Elektrode lassen (SMAW)
Elektrode lassen wordt het meest gebruikt voor
reparatielassen, pijplassen en constructiewerk buiten.
®
De POWER WAVE
C300 CE regelt de uitgang,
lasstroom en Arc Force tijdens het elektrode lassen.
Tijdens het elektrode lassen werkt de
draadaanvoermotor niet.
Basisbediening Elektrodelassen
CC Elektrode MODE
Proces
Elektrode Soft (7018)
Elektrode Crisp (6010)
Elektrode Pijp
Niet-Synergisch GMAW en FCAW
Lassen
In de niet synergische modes wordt de draadsnelheid
ingesteld, gelijk aan een conventionele CV
lasstroombron waarbij stroom en spanning onafhankelijk
van elkaar ingesteld worden. De lasser zal bij elke
wijziging van de draadsnelheid, ook zijn lasspanning
moeten corrigeren.
UltimArc™ Control, regelt de aanwezige
smoorspoelwerking van het lasproces. The UltimArc™
Control regeling werkt in op de kortsluitcyclus en is
omgekeerd evenredig aan de inductie. Door de
UltimArc™ Control groter dan 0.0 in te stellen resulteert
in een hardere lasboog met meer spatten (crisp). Stelt
men de UltimArc™ Control in lager dan 0.0 resulteert dit
in een zachte lasboog met minder spatten (soft).
5
TM
Control
Mode
1
2
4
Nederlandse