3.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
3.1
Installatie
Waarschuwing
•
Als u de machine aansluit op een verkeerde voeding, kan dit de machine ernstig
beschadigen. Controleer of de spanning die op het typeplaatje staat vermeld,
overeenkomt met de lokale voedingsspanning voordat u de machine op de voeding
aansluit.
3.2
Opstarten
3.2.1
In-/uitschakelen
De machine kan worden in- en
uitgeschakeld met schakelaar A (fig. 3.1).
Nadat de machine is ingeschakeld,
verschijnt de laatst gebruikte opdracht en
het laatst verwerkte aantal enveloppen in
het display (zie fig. 3.3). De opdracht wordt
daarbij aangeduid met hoofdletter J (J1 =
opdracht 1).
3.2.2
De post in de aanvoer
plaatsen
Druk de blauwe hendel A tegen de
steunplaat B aan. Schuif de steunplaat naar
achteren. Plaats de ongeopende post in de
envelopaanvoer De post moet met de
rechterkant vlak tegen de kap C van de
machine worden gedrukt. Als de
enveloppen niet goed in de
envelopaanvoer zijn geplaatst, kunnen er
problemen onstaan zoals dubbele toevoer
of geen toevoer.
Opmerking: Om er zeker van te zijn dat de enveloppen volledig worden geopend, moeten
ezelsoren eerst worden rechtgevouwen.
De machine kan enveloppen van verschillende formaten doorelkaar verwerken. De
enveloppen moeten echter voldoen aan de volgende specificaties:
•
minimum afmeting: 85 x 140 mm
•
maximum afmeting: 175 x 260 mm
•
maximale dikte: 4 mm
8
A
A
B
Figure 3.1
C
Figure 3.2