of de installatie van de apparatuur op het hoge deel van de muur (tegen het plafond) of het lage deel van de muur (bij de grond)
tot stand gebracht is.
Handel als volgt om de zelfdiagnosefunctie te activeren:
-
voedt het apparaat door de stekker in het stopcontact te steken of in te grijpen op de scheidingsschakelaar van de installatie;
-
controleer of de machine op stand-by staat (geen enkele LED brandt op de console);
-
Druk minstens 10 seconden met een puntig voorwerp op de microtoets die zich onder het gat links van de console bevindt
(afb. 22 ref. H). Er klinkt een geluidssignaal dat aangeeft dat de zelfdiagnosefunctie geactiveerd is.
Op dit punt wordt op de console enkele ogenblikken lang de huidige configuratie van de machine weergegeven volgens het
volgende schema:
LED A (rood) brandt: apparatuur voorzien van warmtepompfunctie;
LED B (groen) brandt: installatie op het lage deel van de muur (bij de vloer) (fabrieksinstelling);
LED C (oranje) brandt: installatie op het hoge deel van de muur (bij het plafond);
LED D (groen) brandt: functie actief voor herstel instellingen na black-out (fabrieksinstelling).
Vervolgens zullen alles leds op de console gelijktijdig beginnen te knipperen gedurende 10 seconden. Door tijdens deze fase op de
microtoets (afb. 22 ref. H) te drukken, is het mogelijk de eerder weergegeven instelling van het type installatie van de apparatuur
te wijzigen.
NB: De configuratie van de elektronische controle voor installatie op het hoge deel van de muur zorgt voor een automatische
correctie van de gemeten omgevingstemperatuur van 3°C.
Op dit punt activeert de zelfdiagnosefunctie het apparaat in de werkwijze verwarming (indien het uitgerust is met een
warmtepompfunctie) gedurende circa 2 minuten en vervolgens in de werkwijze koeling gedurende nog eens 2 minuten.
Het is mogelijk de functie voortijdig te onderbreken door met de afstandsbediening een uitschakelcommando te geven.
Mocht de klimaatregelaar geblokkeerd raken met een alarmsignalering (overeenkomstig de volgende tabel) geef dan aan het
assistentiecentrum de knipperende leds door om de tussenkomst te vereenvoudigen (afb. 22).
BESCHRIJVING
Temperatuuroverschrijding interne warmtewisselaar (HTI)
Temperatuuroverschrijding externe warmtewisselaar (HTE)
Defect externe temperatuursonde (kortsluiting) (TFS7)
Defect externe temperatuursonde (geopend circuit) (TFS8)
Slechte werking interne ventilator (SV)
Onvoldoende temperatuur warmtewisselaar (CF/RL)
Maximumniveau condenswater (OF)
Parameters EEprom niet geldig (CKS)
Defect omgevingstemperatuursonde (kortsluiting) (TFS1)
Defect omgevingstemperatuursonde (geopend circuit) (TFS2)
Defect temperatuursonde interne warmtewisselaar (kortsluiting) (TFS3)
Defect temperatuursonde interne warmtewisselaar (circuit geopend) (TFS4)
Defect temperatuursonde externe warmtewisselaar (kortsluiting) (TFS5)
Defect temperatuursonde externe warmtewisselaar (circuit geopend) (TFS6) ON
: knippert
WAARSCHUWINGEN DIE TIJDENS DE NORMALE WERKING GESIGNALEERD WORDEN EN NIET ALS STORINGEN
OPGEVAT MOETEN WORDEN.
Led A: duidt op de mogelijke noodzaak van reiniging van het filter
Na die handeling moet de led met de hand uitgezet worden zoals aangeduid wordt in paragraaf 2.6.1
Led B brandt permanent: signalering hoge temperatuur batterij.
Led A + Led C knipperen: continue werking pomp.
2.5.1
Afvoer condenswater in geval van nood
Als storingen in het systeem voor de verwijdering van het condenswater optreden, stopt de klimaatregelaar en signaleert de alar-
mstatus met de intermitterende inschakeling van de tweede, derde en vierde led van links (oranje, groen en rood).
Om het apparaat tijdelijk te laten werken, in afwachting van de tussenkomst van het assistentiecentrum, kunt u het bevatte water
afvoeren met de volgende eenvoudige handelingen:
-
verwijder de onderste afdekking (afb. 23 ref. A);
-
verwijder de dop (afb. 23 ref. B) maar breng eerst een voldoende grote bak (voor minstens vijf liter) in positie om het water
op te vangen (zie afb. 23).
-
is het defect eenmaal verholpen, dan zal het assistentiecentrum de afvoerleiding opnieuw sluiten.
LED D
LED C
GROENE
GELE
GROENE
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
ON
OFF
OFF
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
2
LED B
LED A
RODE
ON
OFF
ON
ON
OFF
OFF
OFF
ON
OFF
ON
ON
OFF
ON
ON
OFF
OFF
ON
OFF
ON
ON
OFF
OFF
OFF
ON
ON
OFF
ON
ON
97
UNICO