De bovenste afdekplaten elk in het deksel inhangen.
Onderaan aan het frame van het apparaat vastschroe-
ven.
De luchtgeleidingskappen zijn nu gemonteerd. U kunt
de montage- en installatiewerkzaamheden aan het ap-
paraat uitvoeren en na de voltooiing van de werkzaam-
heden de onderste afdekplaten aanbrengen (zie bij
'Elektrische aansluiting').
14
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061500aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
MONTAGE/AANSLUITING OP HET VERWARMINGSCIRCUIT
LET OP
Het apparaat in het verwarmingscircuit in overeen-
stemming met het hydraulische schema integreren,
afhankelijk van het apparaattype. Parallelschakeling
van meerdere warmtepompen is niet mogelijk.
Documentatie 'Hydraulische integratie'.
Controleer of de doorsnede en lengte van de leidingen
van het verwarmingscircuit (inclusief aardleidingen tussen
warmtepomp en gebouw) voldoende gedimensioneerd zijn.
De hydraulische inrichting moet van een buffervat voorzien
worden, waarbij het vereiste volume afhankelijk is van het
apparaattype.
Zie 'Buffervat' pagina 16.
LET OP
Beveilig bij de werkzaamheden de aansluitingen aan
het apparaat altijd tegen verwringen, om de kope-
ren leidingen binnen in het apparaat tegen bescha-
diging te beschermen.
Spoel het verwarmingscircuit goed door, alvorens het
apparaat erop aan te sluiten.
Vuildeeltjes en afzettingen in het verwarmingscircuit kunnen
storingen veroorzaken.
Voorzie de verwarmingswateruitgang (aanvoer) en ver-
warmingswaterinlaat (retour) aan warmtepompzijde
van afsluiters.
Door de montage van de afsluiters kunnen de verdam-
per en de condensor van de warmtepomp indien nodig
worden doorgespoeld.
De aansluiting op de vaste leidingen van het verwar-
mingscircuit met behulp van flexibele koppelingen uit-
voeren. Deze moeten worden geïnstalleerd om over-
dracht van resonantie naar de leidingen tegen te gaan.