Bedieningshandleiding
Multifunctionele veiligheidsmodule
5.5 Actuatorniveau
Het actuatorniveau bestaat uit:
2x p-/n-schaltende veilige uitgangen
2x p-schaltende veilige uitgangen
2x veilige relaisuitgangen
4x optionele signaaluitgangen
Iedere veilige uitgang kan onvertraagd (Stop 0) of vertraagd (Stop 1)
via een veilige timer uitgeschakeld worden.
5.6 Projectplanning
De projectingenieur selecteert het geschikte applicatieprogramma
en legt de vereiste parametreergegevens vast. Alle informatie moet
voor de persoon die de inbedrijfname doet, in een instelinstructie
ingevoerd worden. De inbedrijfnemer draagt deze gegevens over
aan de veiligheidsmodule, controleert de correcte parameterinstelling
en bekabeling. Voor het ontwerp moet de onderstaande volgorde
aangehouden worden:
1. Definitie van de veiligheidsfunctie en berekening van de benodigde
PL / Cat. / SIL CL.
2. Selectie van het gepaste applicatieprogramma.
3. Toewijzing van de periferie aan de klemmen
4. Vastleggen van de vereiste extra functies
5. Bepalen welke ingangen een dwarssluitdetectie vereisen.
6. Analoge ingangen: vastleggen van het type en de grenswaarde.
Indiennietgebruikt,,AI0+AI1opAGNDaansluitenen
grenswaarden op 4095 zetten
7. Opstellen van bekabelingsplan/schakelschema.
8. Berekenen van de MSP codes (zie hoofdstuk 5.7).
9. Invoer van de MSP codes en bijkomende functies in de
instelinstructie.
10. Invoeren van de dwarssluitinstellingen in de instelinstructie.
11. Invoeren van de vereiste timerwaarden.
12. Invoeren van de analge instellingen.
13. Invoeren van de gewenste PIN.
Volgende PIN zijn niet toegelaten:
- 0000, 0001, 0815, 4711
- 1111, 2222, 3333, 4444, 5555, 6666, 7777, 8888, 9999
- 0123, 1234, 2345, 3456, 4567, 5678, 6789
- 9876, 8765, 7654, 6543, 5432, 4321, 3210
14. Instelinstructies ondertekenen.
5.7 Configuratie
Multifunctionele sensor processor (MSP)
De evaluatie van een ingangscircuit gebeurt door een Multifunctionele
Sensor Processor (MSP), die door een driecijferig hexadecimaal getal
geparametreerd wordt. Het 1ste cijfer beschrijft het sensortype, het 2de
de additionele functie en het 3de de contacteigenschap
Een MSP code wordt van rechts naar links ingevoerd.
MSP-Code Sensortype
(1ste cijfer)
0
Sensorevaluatie
gedeactiveerd
1
Noodstopbedienorgaan
2
Veiligheidsschakelaar
(met contact) bijv. AZ16
3
Veiligheidsvergrendeling
(elektromechanisch,
met magneet- en
bediensleutelschakelaar),
bijv. AZM161
4
Elektronische
veiligheidsvergrendeling
bijv. AZM200, AZM300,
MZM100
5
Aanrakingsvrije
veiligheidsschakelaar
bijv. BNS260
6
Veiligheidsschakelmat
(4-draads) bijv SMS5
7
AOPD bijv. SLC220
Elektronische
veiligheidssensoren bijv.
RSS36, CSS sensoren
NL
PROTECT SELECT
PROTECT SELECT OEM
Eigenschap
- De aangesloten sensor wordt
niet geëvalueerd!
- Bij het herkennen van een
signaal wordt een foutmelding
gegenereerd op de display!
- Bij het herkennen van
een signaal worden alle
veiligheidsuitgangen
gedeactiveerd!
Evaluatie van de interne
signalen van de geschakelde
uitgangen T0 tot T2
Instelling = Dwarssluiting
Evaluatie van de interne
signalen van de geschakelde
uitgangen T0 tot T2
Instelling = Dwarssluiting
- Directe aansturing van de
vergrendeling (energietoevoer
voor de magneet) via de
halfgeleideruitangen Q0 / Q0N
- Evaluatie van de interne
signalen van de geschakelde
uitgangen T0 tot T2
- Instelling = Dwarssluiting
- Geen gelijktijdigheidsevaluatie
van de magneet- en
bediensleutelcontacten
- De bewakingstijd wordt
automatisch op oneindig
ingesteld
- Directe aansturing van de
vergrendeling (energietoevoer
voor de magneet) via de
halfgeleideruitangen Q0 / Q0N
- Evaluatie van signalen van de
veiligheidssensoren
- Geen evaluatie van de interne
signalen van de geschakelde
uitgangen T0 tot T2
- Instelling = Standard
- Gelijktijdigheidsevaluatie
van de magneet- of
bediensleutelcontacten
- Evaluatie van de interne
signalen van de geschakelde
uitgangen T0 tot T2
- Instelling = Dwarssluiting
- Evaluatie van de interne
signalen van de geschakelde
uitgangen T0 tot T2
- Instelling = Veiligheidsmat
- Evaluatie van signalen van de
veiligheidssensoren
- Geen evaluatie van de interne
signalen van de geschakelde
uitgangen T0 tot T2
- Instelling = Standard
- Testimpulsen worden door de
sensoren getolereerd
7