Bedieningshandleiding
Multifunctionele veiligheidsmodule
Applicatieprogramma 02
Prog_02: Twee veiligheidsvelden, overzichtelijk,
2x individuele sensoren voor veiligheidsveld 1,
3x individuele sensoren voor veiligheidsveld 2,
1x noodstopbedienorgaan (veranderbare sensoren)
(CRC 006F)
Aansluitschema
Aansluitschema van de digitale ingangen
I00
START / RESET voor veiligheidsveld 1 (SB1)
I01
START / RESET voor veiligheidsveld 2 (SB2)
I02+I03 1.1 sensor (SB1):
I04+I05 1.2 sensor (SB1):
I06+I07 2.1 sensor (SB2):
I08+I09 2.2 sensor (SB2):
I10+I11 2.3 sensor (SB2):
I12
Terugkoppeling voor veiligheidsveld 1 (SB1)
I13
Terugkoppeling voor veiligheidsveld 2 (SB2)
I14
---
I15
START / RESET
I16+I17 Noodstopbedienorgaan, MSP 1
Aansluitschema van de uitgangen
Q0, Q0N
Stop 0 of Stop 1 (SB1)
Q2
Stop 0 of Stop 1 (SB2)
Q3
Stop 0 of Stop 1 (SB2)
QR1
Stop 0 of Stop 1 (SB2)
QR2
Stop 0 of Stop 1 (SB2)
Aansluitschema van de signaaluitgangen
(optionele digitale ingang)
Y0 (I00)
---
Y1 (I04)
---
Y2 (I12)
---
Y3 (I14)
Signaaluitgang foutmeldingen/statusmeldingen:
Foutmeldingen
Waarschuwingen
Programmabeschrijving
Het applicatieprogramma gaat uit van twee te bewaken,
overzichtelijke veiligheidsvelden.
1ste veiligheidsveld (SB1)
De gebruiker heeft de mogelijkheid om in het 1de veiligheidsveld in totaal
2 individuele sensoren op de ingangen I02 tot I05 aan te sluiten. De
aanges loten sensoren I02 tot I05 schakelen de uitgangen Q0/Q0N uit.
De voorwaarde START/RESET via de ingang I00 is vast toegewezen
aan de ingangen I02 tot I05.
De terugkoppeling voor veiligheidsveld 1 wordt via ingang I12 gerealiseerd.
2de veiligheidsveld (SB2)
De gebruiker heeft de mogelijkheid om in het 2de veiligheidsveld in
totaal 3 individuele sensoren op de ingangen I06 tot I11 aan te sluiten.
De aanges loten sensoren I06 tot I11 schakelen de uitgangen Q2 en
Q3, QR1 en QR2 uit.
De voorwaarde START/RESET via de ingang I01 is vast toegewezen
aan de ingangen I06 tot I11.
De terugkoppeling voor veiligheidsveld 2 wordt via ingang I13 gerealiseerd.
14
MSP 2
(standaardwaarde = 0 0 0)
MSP 3
(standaardwaarde = 0 0 0)
MSP 4
(standaardwaarde = 0 0 0)
MSP 5
(standaardwaarde = 0 0 0)
MSP 6
(standaardwaarde = 0 0 0)
fürI16+I17
(standaardwaarde = 0 A 1)
met veilige timer T00
met veilige timer T01
met veilige timer T02
met veilige timer T03
met veilige timer T04
= AAN
= Knipperen AAN aan 1Hz
1ste en 2de veiligheidsveld
De ingangen I16 en I17 (standaardinstelling: noodstop) schakelen
bovengeschikt alle uitgangen Q0 tot Q2 en QR1 tot QR2 uit.
De voorwaarde START/RESET via de ingang I15 is vast toegewezen
aan de ingangen I16 tot I17.
Additioneel kunnen de ingangen I16 en I17 gemeenschappelijk met
de standaardinsttelling "noodstopbedienorgaan" als individuele sensor
veranderd worden.
Digitale ingangen I00, I01, I13, I12, I15
- Ingang I00 (RESET): 1ste veiligheidsveld:
herstartvoorwaarde voor de veiligheidssensoren, aangesloten op de
ingangen I02 tot I05.
- Ingang I01 (RESET): 2de veiligheidsveld:
herstartvoorwaarde voor de veiligheidssensoren, aangesloten op de
ingangen I06 tot I11.
• Ingang I12 (terugkoppeling) 1ste veiligheidsveld:
terugkoppeling van de actuatoren (bijv. contactoren, aandrijfregelaar,
omvormer, ventieleilanden, enz.) wordt als extra voorwaarde op de
individuele functiemacro's gezet.
• Ingang I13 (terugkoppeling) 2de veiligheidsveld:
terugkoppeling van de actuatoren (bijv. contactoren, aandrijfregelaar,
omvormer, ventieleilanden, enz.) wordt als extra voorwaarde op de
individuele functiemacro's gezet.
- Ingang I15 (RESET voor het bovengelegen noodstopbedienorgaan):
herstartvoorwaarde na het bedienen van het noodstopbedienorgaan.
Bovengeschikt voor alle veiligheidsvelden: signaaluitgang Y3
• Signaaluitgang Y3:
voor het doorsturen van informatie, dat een fout met een foutmelding
of waarschuwing met een waarschuwingsmelding op de display actief
is. Deze signaaluitgang kan ook gebruikt worden om een bijbehorende
fout-/waarschuwingslamp aan te sturen.
1ste veiligheidsveld: veilige halfgeleideruitgangen Q0/Q0N
• Stop 0 of Stop 1:
alle halfgeleideruitgangen zijn op een veilige timer aangesloten
(Timer Off Delay).
Stop 0: Timer = 0 seconden (standaardwaarde)
Stop 1: Timer moet actief met meer dan 0 seconden ingesteld worden
2de veiligheidsveld: veilige halfgeleideruitgangen Q2, Q3
• Stop 0 of Stop 1:
alle halfgeleideruitgangen zijn op een veilige timer aangesloten
(Timer Off Delay).
Stop 0: Timer = 0 seconden (standaardwaarde)
Stop 1: Timer moet actief met meer dan 0 seconden ingesteld worden
2de veiligheidsveld: veilige relaisuitgangen QR1, QR2
• Stop 0 of Stop 1:
alle relaisuitgangen zijn op een veilige timer aangesloten
(Timer Off Delay).
Stop 0: Timer = 0 seconden (standaardwaarde)
Stop 1: Timer moet actief met meer dan 0 seconden ingesteld worden
NL
PROTECT SELECT
PROTECT SELECT OEM