Inbedrijfstelling
LET OP
Een geslaagde inbedrijfstellingstest van de STO-functie is
vereist na de initiële installatie en na elke volgende
wijziging aan de installatie.
Een inbedrijfstellingstest uitvoeren:
•
volg de instructies in hoofdstuk 4.5.1 Herstart
4
4
voorkomen voor STO-toepassing op voor toepas-
singen zonder automatische herstart na een
veilige stop; of
•
volg de instructies in hoofdstuk 4.5.2 Automatische
herstart van de STO-toepassing op voor toepas-
singen met automatische herstart na een veilige
stop.
4.5.1 Herstart voorkomen voor STO-
toepassing
Toepassing waarbij 5-19 Klem 37 Veilige stop is ingesteld op
de standaardwaarde [1]* Alarm Veilige stop, of een
combinatie van STO en MCB 112 waarbij 5-19 Klem 37
Veilige stop is ingesteld op [6] PTC 1 & relais A of [9] PTC 1 &
relais W/A:
1.
Onderbreek de 24 V DC-spanning naar klem 37
met de stroomonderbreker terwijl de motor
wordt aangedreven door de frequentieomvormer
(d.w.z. dat de netvoeding niet wordt
onderbroken).
2.
Controleer of:
2a
2b
2c
3.
Sluit de 24 V DC weer aan op klem 37.
4.
Controleer of de motor in de vrijloopstatus blijft
staan en de mechanische rem (indien
aangesloten) geactiveerd blijft.
5.
Verstuur een resetsignaal (via bus, digitale I/O of
de [Reset]-toets).
6.
Controleer of de motor weer actief wordt.
De inbedrijfstellingstest is geslaagd als alle bovenstaande
stappen met goed gevolg zijn uitgevoerd.
10
Bedieningshandleiding
de motor vrijloopt tot stop;
de mechanische rem wordt geactiveerd
(indien aangesloten);
het alarm Veilige stop [A68] wordt
weergegeven op het lokale bedienings-
paneel (LCP), als dit is aangesloten.
Danfoss A/S © 09/2014 Alle rechten voorbehouden.
4.5.2 Automatische herstart van de STO-
toepassing
Toepassing waarbij 5-19 Klem 37 Veilige stop is ingesteld op
[3] Waarsch. Veilige stop, of een combinatie van Safe
Torque Off en MCB 112 waarbij 5-19 Klem 37 Veilige stop is
ingesteld op [7] PTC 1 & relais W of [8] PTC 1 & relais A/W:
1.
Onderbreek de 24 V DC-spanning naar klem 37
via de stroomonderbreker terwijl de motor wordt
aangedreven door de frequentieomvormer (d.w.z.
dat de netvoeding niet wordt onderbroken).
2.
Controleer of:
2a
de motor vrijloopt tot stop;
2b
de mechanische rem wordt geactiveerd
(indien aangesloten);
2c
het alarm Veilige stop [A68] wordt
weergegeven op het lokale bedienings-
paneel (LCP), als dit is aangesloten.
3.
Sluit de 24 V DC weer aan op klem 37.
4.
Controleer of de motor weer actief wordt.
De inbedrijfstellingstest is geslaagd als alle bovenstaande
stappen met goed gevolg zijn uitgevoerd.
LET OP
Zie de waarschuwing over het herstartgedrag in
hoofdstuk 2.3 Veiligheidsmaatregelen.
4.6 Veiligheid van de systeemconfiguratie
•
De gebruiker is verantwoordelijk voor het treffen
van veiligheidsmaatregelen.
•
De parameters van de frequentieomvormer
kunnen met een wachtwoord worden beveiligd.
4.7 Service en onderhoud
Voer elke 12 maanden een functionele test uit om
eventuele uitval of storingen van de STO-functie te
detecteren.
Volg onderstaande stappen om de functionele test uit te
voeren:
1.
Onderbreek de 24 V DC-voeding naar klem 37.
2.
Controleer of op het LCP het alarm Veilige stop
A68 wordt weergegeven.
3.
Controleer of de frequentieomvormer de eenheid
uitschakelt.
4.
Controleer of de motor vrijloopt en volledig tot
stilstand komt.
5.
Verzeker u ervan dat de motor niet kan worden
gestart.
6.
Sluit de 24 V DC-voeding weer aan op klem 37.
MG37D210