Onderhoud
56
12. Trek de halogeen lamp voorzichtig uit het insteekpaneel.
Belangrijke opmerking: houd de lamp uitsluitend bij de fitting vast. Pas op
dat u het glas niet aanraakt, aangezien verontreinigingen kunnen
vastbakken aan de lamp, en daarmee het verouderingsproces van de lamp
kunnen versnellen.
13. Steek de nieuwe halogeen lamp weer in het insteekpaneel.
14. Steek de halogeenlamp weer in, met het ronde gedeelte naar
beneden.
15. Duw de plug met geringe druk in de richting van de
halogeenlamp en duw de drukveer omlaag zodat deze op zijn
plaats vastklikt.
16. Steek de lampfitting er weer voorzichtig in.
17. Gebruik een schroevendraaier (recht of kruiskop) om de
borgbouten voor de lampfitting te vervangen.
18. Gebruik een schroevendraaier of een muntstuk om de borgbout
weer in het deksel te draaien.
19. Zet het instrument voorzichtig recht.
20. Sluit de voeding weer aan: het instrument is nu klaar voor
gebruik.
21. Stel de lamphistorie terug, zie
hoofdstuk 6.1.5 op pagina
47.