5.2.1 Gebruikers-ID
Met deze optie kunt u tot dertig stuks gebruikersinitialen (maximaal
vijf tekens) invoeren in het instrument. Met behulp van deze functie
kan worden vastgelegd door welke gebruiker een monster is
gemeten.
1. Druk op ID gebruiker in met menu Instrument-setup.
2. Druk op Nieuw om een nieuwe gebruikers-ID in te voeren.
3. Voer een nieuwe Gebruikers-ID in met het alfanumerieke
toetsenpaneel.
4. Druk op OK om de invoer te bevestigen.
5. Het display geeft dan de gekozen gebruikers-ID weer.
6. Druk op OK. Het instrument geeft opnieuw het scherm
Instrument-setup weer en toont daarin de geselecteerde
gebruikers-ID.
7. De gekozen gebruikers-ID wordt geactiveerd.
Opmerking: Druk op Wissen om een gebruikers-ID te verwijderen uit de
lijst.
Opmerking: In plaats hiervan kunt u ook een gebruikers-ID invoeren of
wijzigen in de meetmodus. Druk in het resultatenscherm op
Opties>Meer>Instrument-setup, of, wanneer een gebruikers-ID al is
toegewezen, kies direct het pictogram voor de gebruikers-ID in het
resultatenscherm.
Standaardbewerkingen
19