■ I EERSTE
De camera maakt foto's terwijl de ontspanknop
wordt ingedrukt. De beeldfrequentie kiezen:
1
Druk op de keuzeknop
rechts als de camera in de
opnamestand staat.
2
Druk op de keuzeknop omhoog of omlaag om
de beeldfrequentie te kiezen en druk op MENU/OK
om te selecteren en naar de opnamestand terug
te keren.
44
■ P VASTLEGGEN BESTE OPNAME
De camera maakt een serie foto's, startend voor en
eindigend na het indrukken van de ontspanknop. Om
de beeldsnelheid en het aantal opnames te kiezen:
INSTELLING OPEENV. OPNAME
1
11beelden/sec.
8beelden/sec.
5beelden/sec.
3beelden/sec.
2
I Continustand (continu fotograferen)
Druk op de keuzeknop rechts wanneer de ca-
mera zich in de opnamestand bevindt.
Markeer de huidige beeldsnelheid en druk op
de keuzeknop rechts en druk vervolgens op de
keuzeknop omhoog of omlaag om een nieuwe
waarde te selecteren en druk op MENU/OK om de
selectie te bevestigen.
3
Sommige beeldsnelheden kunnen het aantal beschik-
bare opnames in stap 3 verminderen.