SP1/SP2: ONDERWERPPROGRAMMA
U kunt met de camera kiezen uit een aantal "omgevingen", elk aangepast aan bepaalde omstan-
digheden voor opnames of aan een specifiek type onderwerp. Gebruik de optie A ONDER-
WERPPROGRAMMA in het opnamemenu om de scène te selecteren die aan de SP1/SP2-stand
van de functieknop wordt toegewezen.
Scène
C NATURAL & N
De camera maakt twee opnames: één zonder flitser en één met flitser.
D NATURAL LIGHT
Om achtergrondverlichting onder omstandigheden met weinig licht vast te leggen.
Gebruik deze stand voor portretten.
L PORTRET
Z GEZICHT VERZACHTEN
Gebruik deze stand om de huid in portretfoto´s te verzachten.
Gebruik deze stand bij het fotograferen van honden.
T HOND
Gebruik deze stand bij het fotograferen van katten.
m KAT
Selecteer deze opnamestand voor daglichtfoto's van gebouwen en landschappen.
M LANDSCHAP
Gebruik deze stand voor bewegende onderwerpen.
N SPORT
Kies deze stand voor onderwerpen in schemerlicht of 's nachts.
O NACHT
Kies deze stand voor trage sluitertijden tijdens nachtopnames.
H NACHT (STAT.)
Om de lichteffecten van vuurwerk goed vast te kunnen leggen worden er lange sluitertijden ge-
U VUURWERK
bruikt.
Selecteer deze stand om de levendige kleuren van zonsondergangen en zonsopkomsten vast te leg-
Q ZONSOPKOMST
gen.
Selecteer deze opnamestand voor scherpe, heldere foto's waarin de schittering van sneeuw optimaal
R SNEEUW
tot haar recht komt.
Selecteer deze opnamestand voor scherpe, heldere foto's van zonovergoten stranden.
V STRAND
Om achtergrondverlichting onder omstandigheden met weinig licht vast te leggen.
U FEESTEN
Selecteer deze opnamestand om levendige close-ups van bloemen te maken.
V BLOEMEN
Maak duidelijke foto's van gedrukte tekst of tekeningen.
W DOCUMENTEN
Beschrijving
Opnamestanden
29