L 2X STABILISATIE
Kies uit de volgende opties voor beeldstabilisatie:
Optie
Beeldstabilisatie aan. Als + BEWEGING
L
CONTINU +
wordt geselecteerd, past de camera de
BEWEGING
sluitertijd aan om bewegingsonscherp-
te bij het waarnemen van bewegende
l CONTINU
onderwerpen te beperken.
M OPNEMEN +
Net zoals hierboven, alleen dat beeld-
BEWEGING
stabilisatie enkel uitgevoerd wordt als
de ontspanknop half ingedrukt wordt of
m
ALLEEN OPNAME
als de ontspanknop wordt losgelaten.
Beeldstabilisatie uit. Kies deze optie
UIT
wanneer u een statief gebruikt.
3
+ BEWEGING heeft geen effect wanneer een vaste
gevoeligheidswaarde is ingesteld en is mogelijk ook
onbeschikbaar bij sommige andere combinaties van
instellingen. Het effect kan variëren afhankelijk van de
lichtomstandigheden en de bewegingssnelheid van het
onderwerp.
[L]
Beschrijving
B VERWIJDER R. OGEN
Zet deze instelling op AAN om het door het flitslicht
veroorzaakte rode-ogeneffect tegen te gaan wan-
neer intelligente gezichtsdetectie is ingeschakeld.
1
• Rode-ogen verwijdering wordt alleen uitgevoerd wan-
neer een gezicht wordt gedetecteerd.
• Verwijderen van rode-ogen is niet beschikbaar voor
RAW-afbeeldingen.
C AF-HULPLICHT
Als deze instelling op AAN wordt gezet, gaat de AF-
hulpverlichting gaat branden om het scherpstellen
te assisteren.
3
• Het kan voorkomen dat de camera niet in staat is om
scherp te stellen terwijl het AF-hulplicht wordt gebruikt.
Als de camera niet in staat is om scherp te stellen in de
macrostand, vergroot dan de afstand tot het onderwerp
en probeer het opnieuw.
• Schijn met het AF-hulplicht niet recht in de ogen van het
onderwerp.
Het menu Instellingen
[ANN]
[ANN]
105