1.4
Toesteltype
U kunt het geïnstalleerde toesteltype aan de hand van
de vermelding in het hoofdstuk 10 Technische gegevens
in de installatiehandleiding vaststellen, die de installa-
teur na de installatie daar aangebracht heeft.
2
Veiligheid
Wat te doen in geval van nood
Gevaar!
Gasgeur! Vergiftigings- en explosiegevaar door
defecten!
Gelieve bij gasgeur als volgt te handelen:
• Geen licht in-/uitschakelen.
• Geen andere elektrische schakelaars bedienen.
• Geen telefoon in de gevarenzone gebruiken.
• Geen open vuur gebruiken (b.v. aansteker, lucifer).
• Niet roken.
• Gasafsluitkraan sluiten.
• Ramen en deuren openen.
• Medebewoners waarschuwen.
• Huis verlaten.
• Gasmaatschappij of uw erkende technicus op de hoog-
te brengen.
Veiligheidsinstructies
Neem absoluut de volgende veiligheidsvoorschriften in
acht.
Gevaar!
Ontploffingsgevaar door ontvlambare gas-lucht-
mengsels!
Explosieve of licht ontvlambare stoffen (b.v.
benzine, verf etc.) niet in de opstellingsruimte
van het toestel gebruiken of opslaan.
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door koolstofmonoxide!
De rookgasbewakingsinrichting (rookgassensor)
mag in geen geval uit bedrijf gesteld worden.
Anders kunnen bij permanent ongunstige lucht-
afvoeromstandigheden in de schoorsteen rook-
gassen ongecontroleerd uit de schoorsteen in de
opstellingsruimte terugstromen.
Gevaar!
Vergiftigings- en explosiegevaar door defecten!
De veiligheidsinrichtingen mogen in geen geval
uit bedrijf gesteld worden en er mogen ook geen
manipulaties aan deze inrichtingen uitgevoerd
worden, waardoor de goede werking ervan in
gevaar kan komen.
Daarom geen veranderingen uitvoeren:
– aan het toestel
– in de omgeving van het toestel
Gebruiksaanwijzing atmoMAG
Aanwijzingen bij de documentatie 1
– aan de toevoerleidingen voor gas, toevoerlucht, water
en stroom
– alsook aan de afvoerleidingen voor rookgas
Het veranderingsverbod geldt eveneens voor bouwcon-
structies in de omgeving van het toestel, voor zover die
een invloed op de bedrijfsveiligheid van het toestel kun-
nen hebben.
Voorbeelden hiervoor zijn:
– Be- en ontluchtingsopeningen in deuren, plafonds,
ramen en wanden mag u niet afsluiten, ook niet tijde-
lijk. Bedek bijvoorbeeld geen ventilatieopeningen met
kledingstukken e.d. Bij het plaatsen van vloerbekledin-
gen mogen de ventilatieopeningen aan de onderkan-
ten van de deuren niet afgesloten of verkleind worden.
– De ongehinderde toevoer van lucht naar het toestel
mag u niet hinderen. Let hierop vooral bij het eventu-
eel opstellen van kasten, rekken of dergelijke onder
het toestel. Een kastachtige bekleding van het toestel
valt onder de betreffende uitvoeringsvoorschriften.
Vraag hierover om informatie bij uw gespecialiseerde
firma, als u een dergelijke bekleding wenst.
– Openingen voor toevoerlucht en rookgas moet u vrij-
houden. Let erop dat b.v. afdekkingen van de openin-
gen bij werkzaamheden opnieuw verwijderd worden.
– De toestellen mogen niet in ruimtes geïnstalleerd wor-
den, van waaruit ventilatie-installaties of warmelucht-
verwarmingsinstallaties lucht met behulp van ventila-
toren afzuigen (b.v. wasemkappen, droogtrommels).
Tenzij er veiligheidsinrichtingen gebruikt worden die
bij het gebruik van de gasdoorstroomgeiser de ventila-
toren automatisch uitschakelen. We raden voor derge-
lijke gevallen ons toebehoren Solomatik voor MAG
(best.-nr. 304.821) aan.
– Bij het inbouwen van voegdichte vensters moet u er in
samenspraak met uw erkende gespecialiseerde firma
voor zorgen dat er voor voldoende toevoer van ver-
brandingslucht naar het toestel gezorgd wordt.
Voor wijzigingen aan het toestel of in de omgeving ervan
moet u in elk geval een beroep doen op de erkende
gespecialiseerde firma die hiervoor bevoegd is.
Attentie!
Beschadigingsgevaar door ondeskundige veran-
deringen!
Voer in geen geval zelf wijzigingen of manipula-
ties aan de gasdoorstroomgeiser of aan andere
delen van de installatie uit.
Probeer nooit om onderhoud of reparaties aan
het toestel zelf uit te voeren.
– Vernietig of verwijder geen loodjes van componenten.
Enkel erkende vaklui en de klantendienst van de
fabriek zijn geautoriseerd om gelode componenten te
veranderen.
Veiligheid 2
BE nl
3