8.4
Ontluchten
1.
Open de snelontluchter.
2.
Druk 3 seconden op de toetsen
3.
Verlaat het testmenu, om een evt. dwangwerking te
deactiveren, door de knop
drukken.
4.
Selecteer aansluitend met de toetsen
de drukknop
het programma P06.
5.
Start met de toetsen
het ontluchtingsprogramma van het afgiftecircuit.
6.
Laat de functie P06 15 minuten lang lopen.
7.
Controleer na afsluiting van de beide ontluchtingspro-
gramma's, of de druk in het CV-circuit 1,5 bar bedraagt.
◁
Vul water bij, als de druk onder 1,5 bar ligt.
8.5
Product in gebruik nemen
Opgelet!
Kans op materiële schade bij vorst.
Wanneer de installatie wordt ingeschakeld
terwijl zich ijs in de leidingen bevindt, kan de
installatie mechanisch worden beschadigd.
▶
Neem de aanwijzingen i.v.m. vorstbeveili-
ging in acht.
▶
Schakel de installatie niet in bij vorstge-
vaar.
Aanwijzing
Het product heeft geen aan-/uit-schakelaar. Zo-
dra het product wordt aangesloten op het elektrici-
teitsnet, is het ingeschakeld.
1.
Schakel het product via de ter plekke geïnstalleerde
scheidingsinrichting (bijv. zekeringen of contactverbre-
ker) in.
◁
Op het display verschijnt het startscherm.
◁
Op het display van de systeemregelaar verschijnt de
"basisweergave".
◁
Start de producten van het systeem.
◁
CV- en warmwatervraag zijn standaard geactiveerd.
2.
Als u het warmtepompsysteem na de elektrische instal-
latie voor de eerste keer in gebruik neemt, worden au-
tomatisch de installatieassistenten van de componen-
ten gestart. Stel de vereiste waarden eerst aan het be-
dieningsveld van de binnenunit in en pas dan bij de sys-
teemthermostaat en de andere systeemcomponenten.
0020276047_03 Hydraulisch station Installatie- en onderhoudshandleiding
en
.
5 seconden lang in te
en
links van
en
rechts van de drukknop
8.6
Energiebalansregeling
De energiebalans is de integraal uit het verschil tussen wer-
kelijke waarde en gewenste waarde van de aanvoertem-
peratuur die elke minuut wordt bijgeteld. Als een ingesteld
warmtedeficiet (WE = -60°min in het CV-bedrijf) wordt be-
reikt, dan start de warmtepomp. Als de toegevoerde warmte-
hoeveelheid met het warmtedeficiet overeenkomt (integraal
= 0°min), dan wordt de warmtepomp uitgeschakeld.
De energiebalans wordt voor het CV- en koelbedrijf gebruikt.
8.7
Compressorhysterese
De warmtepomp wordt voor het CV-bedrijf bijkomend voor
de energiebalans ook via de compressorhysterese in- en
uitgeschakeld. Als de compressorhysterese boven de ge-
wenste aanvoertemperatuur ligt, dan wordt de warmtepomp
uitgeschakeld. Als de hysterese onder de gewenste aan-
voertemperatuur ligt, dan start de warmtepomp opnieuw.
8.8
Elektrische extra verwarming vrijgeven
In de systeemthermostaat kunt u kiezen of de elektrische ex-
tra verwarming moet worden ingezet voor het CV-bedrijf, het
warmwaterbedrijf of voor beide. Stel hier aan het bedienings-
veld van de binnenunit het maximumvermogen van de elek-
trische hulpverwarming in.
▶
Activeer de interne elektrische bijstookverwarming met
een van de volgende vermogensniveaus.
▶
Zorg ervoor dat het maximale vermogen van de elektri-
sche bijstookverwarming het vermogen van de zeke-
ring van het elektrische huissysteem niet overschrijdt
(dimensioneringsstromen zie technische gegevens
(→ Pagina 59)).
Aanwijzing
Later kan anders de huisinterne leidingveilig-
heidsschakelaar geactiveerd worden als bij
onvoldoende warmtebronvermogen de niet
vermogensgereduceerde elektrische bijstook-
verwarming ingeschakeld wordt.
▶
U kunt de vermogenstrappen van de elektrische hulpver-
warming in de tabellen in de bijlage terugvinden.
Hulpverwarming 5,4 kW (→ Pagina 55)
Hulpverwarming 8,54 kW bij 230 V (→ Pagina 55)
Hulpverwarming 8,54 kW bij 400 V (→ Pagina 55)
8.9
Legionellabescherming instellen
▶
Stel de legionellabeveiliging via de systeemthermostaat
in.
Voor een voldoende legionellabeveiliging moet de elektri-
sche hulpverwarming geactiveerd zijn.
Ingebruikname 8
33