1 Veiligheid – het naleven van alle in de handleidingen Veiligheid vermelde inspectie- en onderhoudsvoor- Waarschuwingen bij handelingen waarden. Classificatie van de waarschuwingen bij Dit product kan door kinderen vanaf 8 jaar handelingen alsook personen met verminderde fysieke, De waarschuwingen bij handelingen zijn als sensorische of mentale capaciteiten of ge- volgt door waarschuwingstekens en signaal- brek aan ervaring en kennis gebruikt worden,...
Veiligheid 1 – aan de afvoerleidingen 1.3.7 Gevaar voor materiële schade door – aan bouwconstructies die de gebruiks- vorst veiligheid van het product kunnen beïn- ▶ Zorg ervoor dat de CV-installatie bij vorst vloeden in elk geval in gebruik blijft en alle vertrek- ken voldoende getempereerd zijn.
2 Aanwijzingen bij de documentatie Aanwijzingen bij de documentatie Opbouw van het product Aanvullend geldende documenten in acht nemen ▶ Neem absoluut alle gebruiksaanwijzingen die bij de com- ponenten van de installatie worden meegeleverd in acht. Documenten bewaren ▶ Bewaar deze handleiding alsook alle documenten die van toepassing zijn voor het verdere gebruik.
Productbeschrijving 3 Veiligheidsinrichtingen Sym- Betekenis bool 3.9.1 Vorstbeveiligingsfunctie Actuele modulatiegraad van de warmtepomp De vorstbeveiligingsfunctie wordt via het product zelf en via de systeemthermostaat gestuurd. Bij uitval van de systeem- thermostaat garandeert het product een beperkte vorstbe- knippert: CV-bedrijf actief scherming voor het CV-circuit.
4 Bedrijf Bedrijf 4.3.3 Gewenste boilertemperatuur aanpassen Gevaar! Startscherm Levensgevaar door legionellabacteriën! Legionellabacteriën ontwikkelen zich bij tem- peraturen onder 60 °C. ▶ Laat u door de vakman over de uitge- voerde maatregelen voor de legionella- bescherming in uw installatie informeren. ▶...
Onderhoud 5 Onderhoud Aanwijzing Als de druk onder 0,07 MPa (0,7 bar) daalt, knip- Product onderhouden pert de drukwaarde. ▶ Reinig de mantel met een vochtige doek en een beetje Als de druk tot boven 0,07 MPa (0,7 bar) toe- oplosmiddelvrije zeep.
7 Uitbedrijfname Storingen herkennen en verhelpen Koudemiddel laten afvoeren ▶ Als het bij het gebruik van het product tot problemen Het product is met het koudemiddel R410A gevuld dat niet in komt, dan kunt u enkele punten met behulp van de ta- de atmosfeer mag terechtkomen.
Bijlage Bijlage Verhelpen van storingen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Stroomvoorziening aan gebouwzijde uitgeschakeld Stroomvoorziening aan gebouwzijde inschakelen Warm water of CV op "uit" / warmwatertemperatuur Controleer of het warmwater- en/of CV-bedrijf in of gewenste temperatuur te laag ingesteld de systeemregelaar geactiveerd is. Geen warm water, verwar- Zet de warmwatertemperatuur in de systeemre- ming blijft koud;...
Pagina 13
Inhoudsopgave Installatie- en Componenten voor functie blokkering energiebedrijf installeren ........25 onderhoudshandleiding Schakelkast van de netaansluitingsprintplaat openen..............25 Inhoudsopgave Stroomvoorziening tot stand brengen....26 Stroomopname beperken ........28 Veiligheid............13 Kabelgebonden systeemregelaar installeren ..28 Waarschuwingen bij handelingen......13 Draadloze systeemregelaar installeren ....28 Reglementair gebruik...........
Pagina 14
Inhoudsopgave 10.5 Controleprogramma's gebruiken ......36 Trefwoordenlijst ..............62 10.6 Parameters naar fabrieksinstellingen resetten ..36 10.7 Veiligheidstemperatuurbegrenzer......36 10.8 Reparatie voorbereiden ........37 Inspectie en onderhoud ........37 11.1 Aanwijzingen voor inspectie en onderhoud ..37 11.2 Reserveonderdelen aankopen ......37 11.3 Onderhoudsmeldingen controleren .....
Veiligheid 1 Veiligheid Het gebruik volgens de voorschriften omvat bovendien de installatie conform de IP-code. Waarschuwingen bij handelingen Een ander gebruik dan het in deze handlei- Classificatie van de waarschuwingen bij ding beschreven gebruik of een gebruik dat handelingen van het hier beschreven gebruik afwijkt, geldt De waarschuwingen bij handelingen zijn als als niet reglementair.
Pagina 16
1 Veiligheid ▶ Installeer de nodige veiligheidsinrichtingen ▶ Zorg ervoor dat er geen veiligheids- en be- in de installatie. wakingsinrichtingen verwijderd, overbrugd ▶ Neem de betreffende nationale en inter- of buiten werking gesteld zijn. ▶ Verhelp storingen en schade die de veilig- nationale wetten, normen en richtlijnen in acht.
Veiligheid 1 1.3.12 Gevaar voor materiële schade door vorst ▶ Installeer het product niet in ruimtes die aan vorst blootstaan. 1.3.13 Kans op materiële schade door ongeschikt gereedschap ▶ Gebruik geschikt gereedschap. 1.3.14 Kans op milieuschade door koudemiddel Het product bevat een koudemiddel met aan- zienlijk GWP (GWP = Global Warming Poten- tial).
2 Aanwijzingen bij de documentatie Aanwijzingen bij de documentatie Aanvullend geldende documenten in acht nemen ▶ Neem absoluut alle bedienings- en installatiehandleidin- gen die bij de componenten van de installatie worden meegeleverd in acht. Documenten bewaren ▶ Gelieve deze handleiding alsook alle aanvullend gel- dende documenten aan de gebruiker van de installatie te geven.
Productbeschrijving 3 Koelbedrijf Beschrijving van het product Het product bezit afhankelijk van het land de functie CV- Het product is de binnenunit van een lucht-waterwarmte- bedrijf of CV- en koelbedrijf. pomp met splittechnologie. Via een optionele accessoire is een latere activering van het De binnenunit is via het koudemiddelcircuit met de buitenunit koelbedrijf mogelijk.
3 Productbeschrijving 3.6.2 Opbouw van het hydraulische blok Serviceventiel Aan het serviceventiel kunt u het vacuüm testen, druktests uitvoeren en het koudemiddelcircuit vullen. – Aanhaalmoment van de afsluitdop van de afsluitklep: 4 Nm Gegevens op het kenplaatje Op het typeplaatje staat het land vermeld waarin het product geïnstalleerd moet worden.
4 Montage ▶ 3.12 Buffervat Houd er bij de keuze van de opstellingsplaats rekening mee dat de warmtepomp tijdens het gebruik trillingen aan CV-installaties die overwegend uit ventilatorconvectoren of de muren kan overbrengen. radiatoren bestaan, hebben in de regel een gering watervo- ▶...
Montage 4 Afmetingen Minimumafstanden en vrije montageruimtes min. 200 mm 1000 mm min. 200 mm > 600 mm ▶ Zorg voor voldoende zijdelingse afstand aan beide pro- ductzijden om de toegang bij onderhouds- en reparatie- G1" G1" G1" G1" werkzaamheden te vergemakkelijken. ▶...
4 Montage Voormantel demonteren Controleer of de muur voor het bedrijfsgewicht van het product voldoende draagvermogen heeft. Controleer of het bijgeleverde bevestigingsmateriaal voor de muur gebruikt mag worden. Voorwaarde: Draagvermogen van de wand volstaat, Bevestigingsmateriaal is voor de muur toegestaan ▶...
Hydraulische installatie 5 Hydraulische installatie Gevaar! Verbrandingsgevaar en/of kans op materi- ële schade door ondeskundige installatie en daardoor lekkend water! Spanningen in de aansluitleidingen kunnen tot lekkages leiden. ▶ Monteer de aansluitleidingen spannings- vrij. Opgelet! Bevestig de buizen met geïsoleerde wandklemmen Kans op materiële schade door warmte- (koudeklemmen) op de muur.
5 Hydraulische installatie ▶ Let erop, dat de volgende draaimomenten CV-circuitaansluitingen installeren alleen voor flensverbindingen gelden. De draaimomenten voor SAE-verbindingen zijn lager. Draai de flensmoer vast. Verwar- Buisdiameter Aanhaalmoment mingsver- mogen 3 tot 5 kW 1/2 " 50 … 60 Nm 7 tot 12 kW 5/8 "...
Elektrische installatie 6 Elektrische installatie Elektrische scheidingsinrichting De elektrische scheidingsinrichtingen worden in deze hand- Elektrische installatie voorbereiden leiding ook als scheidingsschakelaars aangeduid. Als schei- dingsschakelaar wordt normaal gesproken de zekering res- Gevaar! pectievelijk de installatieautomaat gebruikt, die in de meter- Levensgevaar door elektrische schok bij /zekeringkast van het gebouw is ingebouwd.
6 Elektrische installatie Klap de schakelkast naar voren. Maak de vier clips links en rechts uit de houders los. Leid de netaansluitkabels door de snoerontlastingen (1) Stroomvoorziening tot stand brengen naar de klemmen van de netaansluitingsprintplaat. Sluit de netaansluitkabel op de desbetreffende klem- men aan.
Pagina 29
Elektrische installatie 6 – 6.6.3 3~/400V, enkele voeding Houd er bij gebruik van een andere kabel voor de vaste aansluiting dan de kabel die is meegeleverd, Opgelet! rekening mee, dat standaard netaansluitkabels in de regel niet voldoende temperatuurbestendig zijn. Risico op materiële schade door te hoge Verwijder de kabelmantel tot 30 mm.
6 Elektrische installatie Draadloze systeemregelaar installeren X311 X310 X300 Installeer voor het product een eigen aardlekschakelaar type B. Let op de aanwijzingen op de sticker op de schakelkast. Breng de draadloze basis aan de schakelkast aan. Gebruik een 5-polige netaansluitkabel (laag tarief) met Monteer en installeer de systeemregelaar.
Elektrische installatie 6 Aanwijzing Als de functie blokkering energiebedrijf wordt ge- 24V / eBUS bruikt, sluit dan aan de aansluiting S21 een po- tentiaalvrij maakcontact aan met een schakelver- mogen van 24 V/0,1 A. U moet de functie van de aansluiting in de systeemthermostaat configu- reren.
7 Bediening 6.13 Circulatiepomp aansluiten 6.18 Gebruik van het hulprelais ▶ Voer de bedrading uit. (→ Pagina 29) Raadpleeg evt. het installatieschema-handboek en het handboek van de optiemodule die meegeleverd zijn met Leid de 230V-aansluitleiding van de circulatiepomp van de systeemregelaar. rechts in de schakelkast van de thermostaatprintplaat.
Ingebruikname 8 ▶ Als u magnetiet vaststelt, reinig de installatie dan en neem de nodige maatregelen voor de corrosiebescher- 90° ming. Of monteer een magneetfilter. ▶ Controleer de pH-waarde van het afgetapte water bij 25 °C. ▶ Bij waarden onder 8,2 of boven 10,0 reinigt u de installa- tie en conditioneert u het verwarmingswater.
8 Ingebruikname Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden vastgesteld. ▶ Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de fabrikant van het additief in acht. Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden we geen aansprakelijkheid.
Ingebruikname 8 Ontluchten Energiebalansregeling Open de snelontluchter. De energiebalans is de integraal uit het verschil tussen wer- kelijke waarde en gewenste waarde van de aanvoertem- Druk 3 seconden op de toetsen peratuur die elke minuut wordt bijgeteld. Als een ingesteld Verlaat het testmenu, om een evt.
8 Ingebruikname 8.10 Ontluchten 8.14 Controleprogramma's gebruiken Met de installatieassistent kunt u de ontluchtingsprogram- De volledige lijst met testprogramma's is te vinden in de bij- ma's uitvoeren. lage. ▶ Lees daarvoor het hoofdstuk Ontluchting. (→ Pagina 33) Om de testprogramma's op te roepen, drukt u 3 seconden op de toets en de toets rechts.
Aanpassing aan de CV-installatie 9 Aanpassing aan de CV-installatie 9.2.2 Restopvoerhoogte HA 7-5 WSB bij nominale volumestroom CV-installatie configureren De installatieassistent wordt in de systeemthermostaat bij het eerste inschakelen van het product gestart. Na het beëindigen van de installatieassistent kunt u in het menu Toestel configuratie o.a.
10 Verhelpen van storingen 10 Verhelpen van storingen 10.7 Veiligheidstemperatuurbegrenzer Het product beschikt over een veiligheidstemperatuurbe- 10.1 Contact opnemen met servicepartner grenzer. Als u contact opneemt met uw servicepartner, deel dan in- Als de veiligheidstemperatuurbegrenzer is uitgevallen, dan dien mogelijk het volgende mee: moet de oorzaak worden verholpen en moet de veiligheids- temperatuurbegrenzer worden vervangen.
Inspectie en onderhoud 11 11.3 Onderhoudsmeldingen controleren Bouw de nieuwe veiligheidstemperatuurbegrenzer in omgekeerde volgorde opnieuw in. Als het symbool op de basisweergave wordt weergege- 10.8 Reparatie voorbereiden ven, dan is er onderhoud nodig. ▶ Schakel het product uit. Als de weergegeven druk in het CV-circuit te laag is (≤ Koppel het product los van de stroomtoevoer.
12 Leegmaken 12 Leegmaken Meet de voordruk expansievat (1) op de klep (2). Resultaat: 12.1 CV-circuit van het product leegmaken Aanwijzing Sluit de onderhoudskranen in de CV-aanvoerleiding en De vereiste voordruk van de CV-installatie CV-retourleiding. kan afhankelijk van de statische druk (per hoogtemeter 0,1 bar) variëren.
Uitbedrijfname 13 13 Uitbedrijfname Opgelet! Risico op materiële schade door bevrie- 13.1 Product tijdelijk buiten bedrijf stellen zing! Schakel in het gebouw de scheidingsschakelaar (con- Het afzuigen van het koudemiddel zorgt voor tactverbreker) uit die met het product is verbonden. een sterke afkoeling van de plaatwarmtewis- Koppel het product los van de stroomtoevoer.
Bijlage Bijlage Aansluitschema X311 X310 X300 X312 X302 X314 X313 X328 X301 Netaansluitingsprintplaat [X328] Dataverbinding met de thermostaatprintplaat Bij enkele voeding: brug 230V tussen X311 en [X313] Stroomvoorziening van de thermostaatprint- X310; bij dubbele voeding: brug bij X311 door 230V- plaat of van de RED-3of van de optionele elektrische aansluiting vervangen anode...
Bijlage Statuscodes Statuscode Betekenis S.34 CV-functie vorstbeveili- Onderschrijdt de gemeten buitentemperatuur XX °C, dan wordt de temperatuur van aanvoer en retour ging van het CV-circuit bewaakt. Als het temperatuurverschil de ingestelde waarde overschrijdt, dan wor- den pomp en compressor zonder warmtevraag gestart. S.100 Standby Er is geen warmtevraag of koelvraag.
Pagina 47
Bijlage Statuscode Betekenis S.256 Ventilatoreenheid 1: De compressor start niet omdat de buitentemperatuur aan de ventilator onder de gebruiksgrenzen Luchtinlaattemp. te laag ligt. CV-bedrijf: < -20 °C. Warmwaterbedrijf: < -20 °C. Koelbedrijf: < 15 °C. S.260 Ventilatoreenheid 2: Als het ventilatortoerental 0 t/min bedraagt, dan wordt de warmtepomp gedurende 15 minuten uitge- Ventilator geblokk.
Bijlage Statuscode Betekenis S.308 Condensor temperatuur Het bedrijfskenveld werd verlaten. De warmtepomp wordt opnieuw gestart. te hhog S.312 Afgiftesyst. circuit: tem- Retourtemperatuur in het afgiftecircuit te laag voor compressorstart. Verwarmen: retourtemperatuur peratuur te laag < 5 °C. Koelen: retourtemperatuur < 10 °C. Koelen: vierwegklep op werking controleren. S.314 Afgiftesyst.
Pagina 49
Bijlage Oplossing Code Betekenis Oorzaak – – F.729 Temp. compressoruitlaat te laag Compressoruitlaattemperatuur ge- Hogedruksensor controleren durende meer dan 10 minuten lager – EEV op werking controleren dan 0 °C of compressoruitlaattem- – Temperatuursensor condensoruitlaat peratuur lager dan -10 °C hoewel de (onderkoeling) controleren warmtepomp zich in het bedrijfsken- –...
Pagina 50
Bijlage Oplossing Code Betekenis Oorzaak – – F.735 Verdampings temperatuur te hoog Temperatuur in het afgiftecircuit (CV- Systeemtemperaturen controleren bedrijf) resp. omgevingscircuit (koel- – Koudemiddelhoeveelheid op overvul- bedrijf) te hoog voor compressorbe- ling controleren drijf – EEV controleren (loopt de EEV in –...
Pagina 51
Bijlage Oplossing Code Betekenis Oorzaak – – F.755 Fout: 4-wegklep positie niet cor- Verkeerde positie van de vierweg- 4-wegklep controleren (is een hoor- rect klep. Als in het CV-bedrijf de aan- baar omschakelen voorhanden? sen- voertemperatuur lager is dan de re- sor/actortest gebruiken) tourtemperatuur in het afgiftecircuit.
Bijlage Oplossing Code Betekenis Oorzaak – – F.825 Sensorfout: temp. condensorinlaat Koudemiddelcircuit temperatuursen- Sensor en kabel controleren en evt. sor (dampvormig) niet aangesloten vervangen of sensoringang kortgesloten – F.1100 Verw.el.:VTB geopend De veiligheidstemperatuurbegrenzer Afgiftecircuitpomp op omloop contro- van de elektrische hulpverwarming is leren geopend vanwege: –...
Bijlage Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Onderhoudswerk Interval Voordruk van het expansievat controleren Jaarlijks Driewegklep op lichtlopendheid controleren(optisch/akoestisch) Jaarlijks Koudemiddelcircuit controleren, roest en olie verwijderen Jaarlijks Elektrische schakelkasten controleren, stof uit de ventilatieopeningen Jaarlijks verwijderen Trillingsdemper aan de koudemiddelleidingen controleren Jaarlijks Karakteristieke waarden temperatuursensor, koudecircuit Sensoren: TT125, TT135, TT610 Temperatuur (°C) Weerstand (ohm)
Bijlage Technische gegevens Aanwijzing De volgende vermogensgegevens gelden alleen voor nieuwe producten met schone warmtewisselaars. Technische gegevens – algemeen HA 5-5 WSB HA 7-5 WSB HA 12-5 WSB Productafmetingen, breedte 440 mm 440 mm 440 mm Productafmetingen, hoogte 720 mm 720 mm 720 mm Productafmetingen, diepte...
Pagina 62
Bijlage HA 5-5 WSB HA 7-5 WSB HA 12-5 WSB Nominale volumestroom ΔT 5K 0,54 m³/h met buitenunit 3kW Nominale volumestroom ΔT 5K 0,79 m³/h met buitenunit 5kW Nominale volumestroom ΔT 5K 1,02 m³/h Nominale volumestroom ΔT 5K 1,70 m³/h met buitenunit 10kW Nominale volumestroom ΔT 5K 1,80 m³/h...
Bijlage HA 5-5 WSB HA 7-5 WSB HA 12-5 WSB Volumestroom max. bij continu 1,7 m³/h bedrijf aan de gebruiksgrenzen met buitenunit 10kW Volumestroom max. bij continu 1,8 m³/h bedrijf aan de gebruiksgrenzen met buitenunit 12kW Soort pomp Hoogefficiënte pomp Hoogefficiënte pomp Hoogefficiënte pomp ≤0,2...