10
Instellingen
10.2
Werkhoogte instellen
Steilste strooihoek (I)
•
Grote worpbreedte
•
Lang gewas
•
Bij maaizwaden betere strooiwerking
•
Kuilvoer
•
Voer meer dan 40 % vochtgehalte
Vlakste strooihoek (II)
•
Grote opnamebreedte
•
Kort gewas
•
Breedliggend gewas
•
Voer minder dan 40 % vochtgehalte
INFO
De buitenste bout (2) steeds van het asbok in de richting van de wielarm (3) invoeren.
KWG000-014
De klapstekker (1) verwijderen.
De bout (2) uittrekken.
De wielarm (3) in de geselecteerde positie tussen positie I en positie II brengen.
De bouten (2) erin schuiven en met de klapstekker (1) borgen.
Bout in positie I = steilere strooihoek
Bout in positie II = vlakkere strooihoek
10.2
Werkhoogte instellen
INFO
Als de strooihoek wordt veranderd, dan moet de werkhoogte worden gecontroleerd en indien
nodig worden aangepast.
78
Originele handleiding 150000678_04_nl
KWT 1300