Deltapilot M FMB50, FMB51, FMB52, FMB53 HART
5.2.2
FMB50
Niveaumeting
• Installeer het instrument altijd onder het onderste meetpunt.
• Installeer het instrument NIET op de volgende posities:
• In de vulstroom
• In de tankuitlaat
• In het aanzuiggebied van een pomp
• Op een punt in de tank waar invloed kan bestaan door drukpulsen van het roerwerk.
• De kalibratie en de functionele test kan gemakkelijker worden uitgevoerd wanneer u het
instrument stroomafwaarts van een afsluiter monteert.
• De Deltapilot M moet ook worden geïsoleerd in geval van media die kunnen uitharden bij
afkoeling.
Drukmeting in gassen
Monteer de Deltapilot M met afsluiter boven het aftappunt zodat condensaat terug kan
stromen in het proces.
Drukmeting in dampen
• Monteer de Deltapilot M bij voorkeur met het sifon boven het aftappunt.
• Vul het sifon met vloeistof voor de inbedrijfname. Het sifon reduceert de temperatuur tot
praktisch omgevingstemperatuur.
Drukmeting in vloeistoffen
Monteer de Deltapilot M met de afsluiter onder of op dezelfde hoogte als het aftappunt.
Endress+Hauser
Montage
9