Elektrische aansluiting
5.2.6
Afdichting voor flensmontage
LET OP
Verkeerde meetresultaten.
De afdichting mag niet tegen het procesmembraan drukken omdat dit het meetresultaat kan
beïnvloeden.
‣
Waarborg dat de afdichting het procesmembraan niet raakt.
5.2.7
Sluiten van de behuizingsdeksels
LET OP
Instrumenten met EPDM-dekselafdichting - lekkage transmitter!
Smeermiddelen op minerale, dierlijke of plantaardige basis laten de EPDM-dekselafdichting
opzwellen waardoor de transmitter lek raakt.
‣
Het is niet nodig de schroefdraad te smeren vanwege de af fabriek aangebrachte coating op
de schroefdraad.
LET OP
Het deksel van de behuizing kan niet meer worden gesloten.
Beschadigde schroefdraad!
‣
Waarborg bij het sluiten van de behuizingsdeksels dat de schroefdraad op de deksels en de
behuizing vrij is van vervuiling zoals zand. Wanneer u weerstand voelt bij het sluiten van
de deksel, controleer dan het schroefdraad nogmaals op vervuiling of aanslag.
6
Elektrische aansluiting
6.1
Aansluitspecificaties
6.1.1
Afscherming/potentiaalvereffening
• Een afgeschermde kabel wordt geadviseerd bij gebruik van het HART-protocol. Let op het
aardingsconcept van de installatie.
• Bij gebruik in explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende voorschriften worden
aangehouden.
Afzonderlijke Ex-documentatie met aanvullende technische gegevens en instructies wordt
met alle Ex-systemen standaard meegeleverd. Sluit alle instrumenten aan op de lokale
potentiaalvereffening.
12
Deltapilot M FMB50, FMB51, FMB52, FMB53 HART
Endress+Hauser