Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kalibratie Met Referentiedruk (Natte Kalibratie) - Endress+Hauser Deltapilot M FMB50 Beknopte Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Deltapilot M FMB50:
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfname
Beschrijving
1 Kies de meetmodus "Pressure" via de parameter "Measuring Mode".
Menupad: Setup → Measuring mode
WAARSCHUWING
L
Veranderen van de meetmodus beïnvloedt het bereik (URV)
Deze situatie kan productoverstroming tot gevolg hebben.
Indien de meetmodus wordt veranderd, moet de instelling voor het bereik (URV) worden gecontroleerd in het
"Setup"-bedieningsmenu en indien nodig worden bijgesteld.
2 Kies een drukeenheid via de parameter "Press. eng. unit", hier bijvoorbeeld "mbar".
Menupad: Setup → Press. eng. unit
3 Kies de parameter "Set LRV".
Menupad: Setup → Set LRV
Voer de waarde voor de parameter "Set LRV" in (hier 0 mbar) en bevestig dit. Deze drukwaarde is toegekend aan de
aanvangsstroomwaarde (4 mA).
4 Kies de parameter "Set URV".
Menupad: Setup → Set URV
Voer de waarde voor de parameter "Set URV" in (hier 300 mbar (4,5 psi)), en bevestig dit. Deze drukwaarde is
toegekend aan de eindstroomwaarde (20 mA).
5 Resultaat:
Het meetbereik is geconfigureerd voor 0 ... +300 mbar (0 ... 4,5 psi).
8.2.2

Kalibratie met referentiedruk (natte kalibratie)

Voorbeeld:
In dit voorbeeld wordt een instrument met een 400 mbar (6 psi) sensormodule
geconfigureerd voor het 0 ... +300 mbar (0 ... 4,5 psi) meetbereik, dus de 4 mA-waarde en de
20 mA-waarde worden toegekend aan respectievelijk 0 mbar en 300 mbar (4,5 psi).
Voorwaarde:
De drukwaarden 0 mbar en 300 mbar (4,5 psi) kunnen worden gespecificeerd. Het instrument
is bijvoorbeeld al geïnstalleerd.
28
Deltapilot M FMB50, FMB51, FMB52, FMB53 HART
Endress+Hauser

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Deltapilot m fmb51Deltapilot m fmb52Deltapilot m fmb53

Inhoudsopgave