1.
Plaats de tilband achter de rug van de
patiënt, met het label naar buiten.
Vouw de onderrand over uw vingertoppen,
zodat u de band gemakkelijker op zijn
plaats kunt brengen.
4.
Zorg ervoor dat de onderrand van de tilband
strak tegen het zitvlak komt door voorzichtig
aan de beensteunlussen te trekken.
7.
Plaats op dezelfde manier de andere
beensteun onder de eerste en voer de
beensteunlus door de begeleidingslus op de
buitenzijde van de tilband.
7NL160143 rev. 8 • 2020
Tillen vanuit een zittende positie
2.
Duw de onderrand van de tilband met de palm
van uw hand omlaag tot aan het staartbeen
van de patiënt. Dit is erg belangrijk. Goede
positionering gaat makkelijker als de patiënt
iets naar voren leunt.
5.
Plaats één beensteun onder beide dijen
en schuif deze zo ver mogelijk naar binnen
richting de billen. Haal de beensteunlus
door de begeleidingslus aan de binnenkant
van de tilband.
8.
Belangrijk: zorg ervoor dat de beensteunlus
net zo hoog ligt als de bovenste bandlus.
Als dit niet het geval is, pas dan de positie van
de beensteun aan.
7
3.
Trek de beensteunen uit langs de buitenzijde van
de dijen. Nuttige tip: door uw handpalm tussen
het lichaam en de tilband te plaatsen kunt u de
onderrand van de beensteunband in de richting
van het zitgedeelte trekken. Trek tegelijkertijd
met uw andere hand de beensteun naar voren
om speling in het materiaal weg te halen.
6.
De beensteun aan de kant van de kortste stomp
van de patiënt moet het dichtst bij het lichaam
worden geplaatst. Als de rechter dij bijvoorbeeld
een hogere amputatie heeft, moet de rechter
beensteun vóór de linker beensteun worden
geplaatst om druk tegen de stomp te voorkomen.
9.
B eve st i g d e b o ve n ste b a n d - e n
beensteunlussen aan de tiljuk. Zie pagina
5-6 voor instructies voor het bevestigen
van de tilbandlussen aan verschillende
tiljukken. Til de patiënt. Controleer
voordat u gaat verplaatsen of de patiënt
comfortabel en veilig in de tilband zit.
www.hillrom.com