Gebruik
WAARSCHUWING
Veiligheidsrichtlijnen voor het rijden:
– De bestuurder dient in bochten en bij het inrijden
van nauwe doorgangen langzaam te rijden.
– De bestuurder moet altijd een veilige remweg tot
voertuigen en personen voor hem bewaren.
– De bestuurder dient het plotseling remmen,
het snel nemen van bochten van 180° en het
inhalen op gevaarlijke onoverzichtelijke plaatsen
te voorkomen.
LET OP
Verwondingsgevaar
Controleer, voordat u een machine met zijdelings
verwisselbare batterij gebruikt, of de batterij goed
is vergrendeld.
1152 801 15 20 NL - 12/2017
Bedieningsinstructies machine
4
39