Onderhoud
Stuurinrichting en wielen
Wielen en rollen onderhouden
Banden en slijtage van de wielen en
rollen controleren
Het loopvlak van het aangedreven wiel (1),
het stabilisatiewiel (2) en de rollen (3) mag niet
beschadigd zijn.
Afmetingen
Aangedreven wiel
Stabilisatorwielen
Enkele rollen
Dubbele rollen
– Vervang beschadigde of versleten wielen
en rollen door nieuwe.
LET OP
Als het stabilisatiewiel verkeerd wordt afgesteld,
kan dit leiden tot problemen met de stabiliteit.
Deze afstelling moet worden uitgevoerd door onze
serviceafdeling.
Stabilisatorhoogte afstellen
OPMERKING
Gaffel (1) afstellen bij nieuw aangedreven wiel
en nieuw stabilisatorwiel: R = 22 mm.
OPMERKING:
• Stel de stabilisatoren laag af om de machine
te stabiliseren.
• Stel de stabilisatoren hoog af als de ma-
chine vaak over obstakels moet rijden en
als er meer grip nodig is.
Volg de onderstaande instructies om de
hoogte van de stabilisatoren af te stellen:
– Draai de borgmoer (2) los (SW 36) door het
kogellager (3) aan de platte kant tegen te
houden (SW 36)
– Draai de gaffel (1) aan met een inbussleutel
van 14 mm om het wiel lager af te stellen, of
230 x 75 mm
125 x 40 mm
85 x 100 mm
85 x 80 mm
1152 801 15 20 NL - 12/2017
Stuurinrichting en wielen
5
103