1 Veiligheid
minstens 3 mm contactopening, bijv. zeke-
ring of leidingbeveiligingsschakelaar).
▶ Beveilig tegen herinschakelen.
▶ Wacht minstens 3 min tot de condensato-
ren ontladen zijn.
▶ Controleer op spanningvrijheid.
1.4.3 Levensgevaar door ontbrekende
veiligheidsinrichtingen
De in dit document opgenomen schema's ge-
ven niet alle voor een deskundige installatie
vereiste veiligheidsinrichtingen weer.
▶ Installeer de nodige veiligheidsinrichtingen
in de installatie.
▶ Neem de betreffende nationale en inter-
nationale wetten, normen en richtlijnen in
acht.
1.4.4 Verbrandingsgevaar door heet
drinkwater
Aan de tappunten voor warm water bestaat
bij warmwatertemperaturen van meer dan
50°C gevaar voor verbranding. Kleine kinde-
ren en oudere mensen lopen zelfs bij lagere
temperaturen al risico's.
▶ Kies een temperatuur waarbij niemand
gevaar loopt.
1.4.5 Verwondingsgevaar of risico voor
materiële schade door verkeerde
bediening van het product
Het gebruik van de lamellen aan de voorkant
van het product als geleider kan tot verwon-
dingen (bij een val) of tot materiële schade
leiden.
▶ Gebruik de lamellen niet als geleider.
1.4.6 Kans op materiële schade door
additieven in het verwarmingswater
Ongeschikte antivries- en anticorrosiemidde-
len kunnen pakkingen en andere componen-
ten van het CV-circuit beschadigen en daar-
door waterlekken veroorzaken.
▶ Verrijk het verwarmingswater alleen met
de toegestane antivries- of anticorrosie-
middelen.
4
1.4.7 Kans op materiële schade door
ongeschikt gereedschap
▶ Om schroefverbindingen vast te draaien of
te lossen, dient u geschikt gereedschap te
gebruiken.
1.4.8 Milieuschade door lekkend
koudemiddel vermijden
De warmtepomp bevat het koudemiddel
R 410 A. Het koudemiddel mag niet in de
atmosfeer komen. R 410 A is een door
het Kyotoprotocol beschreven gefluoreerd
broeikasgas met GWP 1725 (GWP = Global
Warming Potential). Komt het in de atmosfeer
terecht, dan werkt het 1725 keer zo sterk als
het natuulijke broeikasgas CO
Het in de warmtepomp voorhanden koude-
middel moet voor het afvoeren van de warm-
tepomp volledig in een daarvoor geschikte
bak afgezogen worden om het daarna con-
form de voorschriften te recycleren of af te
voeren.
▶ Zorg ervoor dat alleen officieel gecertifi-
ceerd vakpersoneel met de nodige veilig-
heidsuitrusting onderhoudswerkzaamhe-
den en ingrepen aan het koudemiddelcir-
cuit uitvoert.
▶ Laat het in het product aanwezige koude-
middel door gecertificeerd vakpersoneel
conform de voorschriften recycleren of af-
voeren.
▶ Gebruik alleen R410A als koudemiddel.
▶ Gebruik voor vullen, drukmeting, vacu-
ümopwekking en aftappen uitsluitend voor
R410A geschikt gereedschap.
▶ Soldeer de leidingen onder beschermgas.
Controleer de dichtheid van de leidingen
met stikstof.
▶ Vul in het geval van een reparatie of on-
derhoud het koudemiddelcircuit met kou-
demiddel in vloeibare toestand bij.
▶ Als het koudemiddelcircuit ondicht is, con-
troleer dan welk component gerepareerd
of vervangen moet worden.
▶ Verminder de onderdruk in het koudemid-
delcircuit tot max. 10 mbar (1000 Pa).
▶ Als u het koudemiddelcircuit vult, neem
dan de waarden in het hoofdstuk "Techni-
sche gegevens" in acht.
Installatiehandleiding aroTHERM 0020218074_02
.
2