Gebruikershandleiding
Kopiëren
Normaal kopiëren
1. Laad papier in de printer.
Belangrijk:
c
Configureer de instellingen voor het papier op het bedieningspaneel.
2. Plaats de originelen.
3. Ga in het startscherm naar Kopiëren met de knop
4. Stel het aantal exemplaren in met de knop – of +.
5. Selecteer of u wilt kopiëren in kleur of zwart-wit met de knop
6. Selecteer papier- & kopie-inst. met de knop
instellingen, zoals het papierformaat en papiertype, en pas de instellingen zo nodig aan. Selecteer de
instellingen met de knop
Opmerking:
Als u het document bij het kopiëren met een bepaald percentage groter of kleiner wilt maken, selecteert u Aangep.
form. bij Verkleinen/Vergroten en geeft u vervolgens het gewenste percentage op met de knop – of +. U kunt het
percentage wijzigen in stappen van 5% door de knop – of + ingedrukt te houden.
x
7. Druk op de knop
.
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gekopieerde afbeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
"Papier in de Papiercassette 1 laden" op pagina 42
&
"Papier in de Papiercassette 2 laden" op pagina 47
&
"Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen" op pagina 52
&
"Menuopties voor de modus Kopiëren" op pagina 97
&
Menuopties voor de modus Kopiëren
Opmerking:
Beschikbare menu's kunnen variëren naargelang de geselecteerde lay-out.
Het aantal kopieën
Voer het aantal kopieën in.
Kleur
Kopiëren
d
en druk vervolgens op de knop OK. Controleer de
u
d
of
en pas de instellingen aan met de knop
l
r
of
en druk vervolgens op de knop OK.
l
r
of
.
l
97
r
of
.