Gebruikershandleiding
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon details of
4. Geef de volgende instellingen op.
❏ Printer: selecteer uw printer.
❏ Voorinstellingen: gebruik deze optie wanneer u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken.
❏ Papierformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Selecteer een "randloos" papierformaat voor het afdrukken zonder marges.
❏ Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Opmerking:
❏ Als de bovenstaande menu's niet worden weergegeven, sluit dan het afdrukvenster, selecteer Pagina-instelling in het
menu Bestand en geef vervolgens instellingen op.
❏ Selecteer de liggende afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
Afdrukken
d
om het afdrukvenster te vergroten.
74