Gebruikershandleiding
7. Schuif de rechterzijgeleider tegen de zijkant van het papier.
8. Schuif de papiercassette 2 naar binnen.
9. Controleer de instellingen voor het papierformaat en papiertype op het bedieningspaneel. Als u de instellingen
wilt gebruiken, selecteert u Bevestigen met de knop
11. Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u Wijzigen met de knop
knop OK en gaat u naar de volgende stap.
Opmerking:
❏ Wanneer de functie Waarschuwing papierinstelling is ingesteld, wordt een melding weergegeven wanneer de
vastgelegde instellingen voor papierformaat en -type afwijken van de afdrukinstellingen.
❏ Het scherm met papierinstellingen wordt niet weergegeven als u Papierconfiguratie hebt uitgeschakeld in het
volgende menu. Ga naar stap 11. In dit geval kunt u niet afdrukken met een iPhone of iPad via AirPrint.
Instellingen > Printerinstelling > Papierbroninstelling > Papierconfiguratie
Papier laden
u
d
of
. Vervolgens drukt u op OK en gaat u naar stap
50
u
d
of
. Vervolgens drukt u op de