Gebruikershandleiding
5. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
Opmerking:
Als u Mac OS X v10.8.x of hoger gebruikt en het menu Printerinstellingen wordt niet weergegeven, is de Epson-
printerdriver niet goed geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
scannen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe. Zie het volgende om een printer toe te voegen.
http://epson.sn
6. Geef de volgende instellingen op.
❏ Papierbron: selecteer de papierbron waarin u het papier hebt geladen.
Als u de functie Autom. cassette omschakelen inschakelt, wordt automatisch papier uit papiercassette 2
ingevoerd op het moment dat het papier in papiercassette 1 op is. Laad hetzelfde papier (type en formaat)
in papiercassette 1 en papiercassette 2.
Als u Autom. cassette omschakelen wilt inschakelen, selecteert u Systeemvoorkeuren in het menu
Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en vervolgens selecteert u de
printer. Geef instellingen op in het weergegeven scherm door te klikken op Opties en toebehoren > Opties
(of Besturingsbestand).
❏ Afdrukmateriaal: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
❏ Afdrukkwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wanneer u Fijn selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk
langer.
❏ Uitbreiding: beschikbaar wanneer het randloos papierformaat is geselecteerd.
Afdrukken
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
75
>