D
Films opnemen
Flikkeringen, banden of vertekeningen kunnen in de monitor en in de
uiteindelijke film onder fluorescerende lampen of lampen met kwikdamp
of natrium zichtbaar zijn, of wanneer de camera horizontaal wordt gepand
of een voorwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt (flikkeringen
en banden kunnen worden verminderd met behulp van Flikkerreductie;
0 241). Felle lichtbronnen kunnen nabeelden veroorzaken wanneer de
camera wordt gepand. Er kunnen ook gekartelde randen, kleurranden,
moiré en heldere vlekken zichtbaar zijn. Heldere banden kunnen in
bepaalde delen van het beeld verschijnen als het onderwerp kort wordt
verlicht door flitslicht of een andere heldere, kortstondige lichtbron. Richt,
bij het opnemen van films, de camera niet naar de zon of andere sterke
lichtbronnen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
schade aan de interne schakelingen van de camera tot gevolg hebben.
De camera kan zowel video als geluid opnemen; dek de microfoon niet af
tijdens het opnemen. Merk op dat de ingebouwde microfoon mogelijk
geluiden van het objectief opneemt tijdens autofocus en vibratiereductie.
Er kan geen flitslicht worden gebruikt tijdens een filmopname.
Livebeeld wordt mogelijk automatisch beëindigd om schade aan de
interne schakelingen te voorkomen; sluit livebeeld af wanneer de camera
niet in gebruik is. Merk op dat de temperatuur van de interne schakelingen
van de camera kan stijgen en dat er in de volgende gevallen ruis (heldere
vlekken, willekeurige heldere pixels of waas) te zien kan zijn (de camera kan
ook voelbaar warm worden, maar dit duidt niet op een storing):
• De omgevingstemperatuur is hoog
• De camera is voor langere perioden in livebeeld gebruikt of om films op te
nemen
• De camera is voor langere perioden in continu-ontspanstand gebruikt
Als livebeeld niet start wanneer u livebeeld of een filmopname probeert te
starten, wacht dan totdat de interne schakelingen zijn afgekoeld en
probeer het vervolgens opnieuw.
Ongeacht de geselecteerde meetmethode wordt matrixmeting gebruikt.
Sluitertijd en ISO-gevoeligheid worden automatisch aangepast, tenzij Aan
is geselecteerd voor Handmatige filminstellingen (0 159) en de camera
zich in de M-stand bevindt.
157
Films opnemen en bekijken