❚❚ De elektronische afstandsmeter
Als het objectief over een maximaal
diafragma van f/5.6 of korter beschikt, kan
de aanduiding voor de
zoekerbeeldscherpte worden gebruikt om
te controleren of het onderwerp in het
geselecteerde scherpstelpunt scherp in
beeld is (het scherpstelpunt kan worden
geselecteerd uit een van de 11 beschikbare scherpstelpunten).
Druk, na het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt te
hebben geplaatst, de ontspanknop half in en draai aan de
scherpstelring van het objectief tot de scherpstelaanduiding
(I) wordt weergegeven. Merk op dat bij de onderwerpen die
worden vermeld op pagina 76, de scherpstelaanduiding in
sommige gevallen ook wordt weergegeven wanneer het
onderwerp niet scherp in beeld is; controleer de scherpstelling in de
zoeker alvorens te fotograferen.
A
Handmatige scherpstelling selecteren met de camera
Als het objectief M/A (autofocus met
handcorrectie) of A/M (autofocus met
handmatige handcorrectie/AF-prioriteit)
ondersteunt, kan handmatige scherpstelling
ook worden geselecteerd door de
scherpstelstand van de camera op
MF (handmatige scherpstelling; 0 74) in te
stellen. De scherpstelling kan vervolgens
handmatig worden aangepast, ongeacht de stand die voor het objectief is
geselecteerd.
A
Filmvlakpositie
De positie van het filmvlak wordt aangeduid
door de filmvlakmarkering op de camerabody.
De afstand tussen het
objectiefbevestigingsvlak en het filmvlak
bedraagt 46,5 mm.
84 Meer over fotografie
46,5 mm
Filmvlakmarkering