Scherpstelling aanpassen
2 Raak [O Aan] aan.
• De contourverscherping wordt geactiveerd en randen worden geaccentueerd.
• Raak [
Uit] aan om de contourverscherping uit te schakelen.
3 Als u de instellingen voor de contourverscherping wilt wijzigen, raakt u [
78
Voor de zwart-wit-instelling: Raak [Uit] of [Aan] aan
Voor de kleur van de contourverscherping: Raak [Rood], [Blauw] of [Geel] aan
4 Raak [X] aan.
Vergroting
1 Druk op de MAGN.-knop.
• U kunt ook de instelling [FUNC.] > ^ [Vergroting] > [OK] gebruiken
nadat u de functie toevoegt aan het FUNC.-menu (A 104).
• ^ verschijnt in de rechterbenedenhoek van het scherm en het
midden van het scherm wordt circa 2 keer vergroot*.
• Een wit kader dat het hele schermgebied voorstelt, wordt in de
rechterbenedenhoek van het scherm weergegeven. De witte rechthoek
in het witte kader stelt bij benadering het gedeelte van het beeld voor dat
vergroot wordt weergegeven.
2 Indien nodig gebruikt u de joystick (ÝÞ) of sleept u uw vinger over
het scherm om de witte rechthoek te verplaatsen, zodat u andere delen
van het beeld kunt bekijken.
3 Druk nogmaals op de MAGN.-knop of raak [X] aan om de vergroting te annuleren.
* De vergroting die op het scherm verschijnt, verschilt al naargelang de videoconfiguratie.
OPMERKINGEN
• Contourverscherping/vergroting verschijnt alleen op het camcorderscherm. Deze functie verschijnt niet op een
externe monitor die op de camcorder aangesloten is, en is niet van invloed op uw opnamen.
• U kunt de vergrotingsoptie niet gebruiken wanneer kleurenbalken worden weergegeven op het scherm.
• Wanneer vergroting wordt geactiveerd terwijl de golfvormmonitor op het scherm wordt weergegeven, wordt
de golfvormmonitor uitgeschakeld.
Inhoudsopgave
] aan.
Menu's
Index