Toewijzingsknoppen
Een toewijzingsknop gebruiken
Nadat u een functie hebt toegewezen aan een van de toewijzingsknoppen, drukt u de knop in om de functie
te gebruiken.
106
Functies die kunnen worden toegewezen
Functies kunnen afzonderlijk worden ingesteld afhankelijk van de bedieningsstand. In de volgende tabel staat
beschreven welke functies u in welke stand kunt toewijzen.
Naam van de functie
[
Beeld]
[
Push AF]
[^ Vergroting]
[
Zebra]
[O Peaking]
[
Digitale teleconv.]
[
Powered IS]
[
ND-filter]
[¯ Start/Stop]
[
Foto]
[P Waveform Monitor] Zet de golfvormmonitor aan/uit.
Inhoudsopgave
Description/Beschrijving
Wisselt welke schermweergaven worden weergegeven.
Als u de knop ingedrukt houdt, wisselt de LCD-
achtergrondverlichting tussen de instellingen helder
en normaal. Als de LCD-achtergrondverlichting wordt
gedimd wanneer u op de knop drukt, verandert deze
eerst naar de normale instelling.
Activeert Push AF.
Zet vergroting aan/uit.
Activeert zebrapatronen in de volgende volgorde:
70% 100% Uit
Zet contourverscherping aan/uit.
Zet de digitale teleconverter aan/uit.
Zet Powered IS aan/uit.
Zet het ND-filter aan/uit.
Start en stopt de opname van een clip.
Maakt een foto.
Ü
Ü
Ü
Ü
Ü
Ü
Ü
Ü
Ü
Ü
Ü
–
Ü
–
Ü
Ü
Ü
–
Ü
–
Ü
–
Menu's
A
Ü
Ü
144
–
–
79
–
–
77
–
–
82
–
–
77
–
–
73
–
–
81
–
–
140
–
–
41
–
–
41
–
–
83
Index