Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking; Algemeen; Centrale Verwarming (Cv); Aan-Uit Ruimtethermostaat - Alutherm Heating C 850 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor C 850:
Inhoudsopgave

Advertenties

Alutherm C 850 - 1050 - 1250
Het toestel mag niet worden gebruikt door kinderen, mensen met een verminderd fysiek, zintuiglijk of geestelijk vermogen of
mensen die onvoldoende kennis en ervaring hebben. Kinderen mogen niet met het toestel spelen, ook al gebeurt dit onder toezicht.
Onderneem bij uitval of storing geen poging om het toestel zelf te repareren. Neem contact op met uw installateur. Reparaties mogen
alleen worden uitgevoerd door erkende monteurs. Als deze voorschriften niet worden opgevolgd, kan de veiligheid van het toestel in
gevaar worden gebracht.
4

WERKING

4.1

Algemeen

De Intermodul is een staande CV-ketel die is voorzien van een warmtewisselaar van gegoten aluminium. De regelaar activeert de pomp tijdens
een warmtevraag. De regelaar controleert de luchtdrukschakelaar (nulcontrole) en verhoogt de ventilatorsnelheid om een luchtstroomcontrole
uit te voeren. Zodra de luchtdrukschakelaar is gesloten, wordt de ventilatorsnelheid verhoogd tot ontstekingssnelheid en wordt 5 seconden
voorgeventileerd. De waterdruksensor, gasdrukschakelaar en sifondrukschakelaar worden gecontroleerd. Als alle drukschakelaars zijn gesloten
en de waterdruk in orde is, wordt de ontsteking gestart.
De benodigde lucht voor de verbranding wordt door de ventilator van buitenaf (indien de ruimte is afgesloten) of vanuit de stookruimte (type
B rookgasinstallatie) aangezogen. De lucht wordt geleid door een venturi waardoor onderdruk ontstaat. Deze onderdruk is een indicatie voor
de hoeveelheid lucht die wordt getransporteerd. De onderdruk wordt via een interne buis naar de gasklep toegevoerd. De gasklep past de
hoeveelheid gas die in de venturi wordt geïnjecteerd en die met de luchtstroom wordt gemengd, automatisch aan. Dit mengsel wordt naar de
brander toegevoerd.
De ontsteking en ionisatiebeveiliging van het mengsel worden geregeld door twee elektroden die op de branderkap zijn bevestigd.
De temperatuurregeling en -beveiliging vindt plaats met behulp van twee NTC's. De CV-ketel bewaakt de sensoren voortdurend ten behoeve van
een correcte en veilige werking.
4.2

Centrale verwarming (CV)

4.2.1

Aan-uit ruimtethermostaat

De CV-ketel is standaard geprogrammeerd voor gebruik met een aan-uit ruimtethermostaat. De ruimtethermostaat moet worden aangesloten
op de pinnummers 1 + 2 op de aansluitstrip. Open Therm wordt herkend indien aangesloten op 1 + 2. De gewenste aanvoertemperatuur is
verstelbaar, maar staat standaard ingesteld op 85 °C.
Bij een CV-warmtevraag vanuit de ruimtethermostaat (en geen aanwezige warmtevraag van warmtapwater) wordt de CV-pomp na 10 seconden
geactiveerd. De regelaar wijzigt de invoer van de brander op een dusdanige manier dat een aanvoertemperatuur van 85 °C naar het CV-circuit
wordt bereikt.
Waarschuwing: zet geen spanning op deze connectoren, want dit kan de regelaar beschadigen.
4.2.2

Optionele 0-10 V

De CV-ketel kan worden geregeld met behulp van een 0-10 V DC-signaal. Sluit het negatieve signaal (0 V DC) aan op nr. 3 en het positieve (0-10
V DC) op nr. 4 op de aansluitstrip C2.
Er moet een draad worden geplaatst tussen de pinnummers 1 en 2 van aansluitstrip C2.
Schakel in het Monteursmenu bij Geavanceerde CV-instellingen 0-10 V in door Cv-verzoek ofwel op 0-10 V DC % ofwel op 0-10 V DC SP in te stellen.
4.2.2.1
Vermogensregeling 0-10 V DC %
Een waarde tussen 2 en 10 V DC genereert een CV-vermogensvraag die evenredig is aan deze waarde tussen 0 en 100% (0% = minimale belasting,
100% = nominale belasting). De warmtevraag wordt verwijderd wanneer het controlesignaal onder 1 volt uitkomt. Het instelpunt van de maximale
aanvoertemperatuur is ingesteld op 90°C.
In het gebruikers-/monteursmenu worden onder Diagnostiek, Informatie CV-ketel, de actuele spanningsingang en doelvermogen weergegeven.
4.2.2.2
Instelpunt 0-10 V DC
Een waarde tussen 2 en 10 V DC genereert een vraag naar het CV-instelpunt die evenredig is aan deze waarde tussen minimale aanvoertemperatuur
en maximale aanvoertemperatuur van de CV. De warmtevraag wordt verwijderd wanneer het controlesignaal onder 1 volt uitkomt. De minimale
en maximale CV-aanvoertemperatuur kunnen worden ingesteld in het Monteursmenu, Geavanceerde CV-instellingen, CV-temperaturen.
In het gebruikers-/monteursmenu worden onder Diagnostiek, Informatie CV-ketel, de actuele spanningsingang en het instelpunt van de CV-ketel
weergegeven.
Let op: zorg dat het 0-10 V DC-signaal storingsvrij is!
ALUTHERM C 850 - 1050 - 1250
|
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
|
Gebruikershandleiding
Heating
ALUTHERM
|
CV-ketels 9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

C 1050C 1250

Inhoudsopgave