Inhoudsopgave
Advertenties
Alutherm C 850 - 1050 - 1250
6
INSTALLATIE
6.1 Installatie van CV-ketel
De installatie moet plaatsvinden in overeenstemming met alle lokale en nationale wet- en regelgeving en normen, en in overeenstemming met
de richtlijnen van alle relevante autoriteiten.
1. De CV-ketel mag alleen in een ruimte worden geïnstalleerd waarin dit is toegestaan.
Zorg ervoor dat deze ruimte beschermd is tegen bevriezing.
2. De ruimte moet voldoende worden geventileerd en gekoeld om oververhitting te voorkomen.
3. De CV-ketel wordt op een pallet geleverd.
Installeer de CV-ketel op een vlakke, niet-brandbare vloer en stel deze waterpas met behulp van de stelbouten.
4. Er moet minimaal 50 cm vrije ruimte aan elke zijde van de CV-ketel worden vrijgelaten ten behoeve van onderhoud.
5. Verwijder de afdichting/beschermkappen van de aansluitleidingen.
Waarschuwing: wees voorzichtig omdat er restwater van het testen uit kan druppelen.
6. Vul de sifon met schoon water.
Dit kan worden gedaan door aan de achterkant wat water door de afvoeraansluiting van gegoten aluminium te spoelen.
Dit water loopt dan weg naar de sifon en zal deze vullen.
6.2
Vorstbescherming
De CV-ketel is beschermd tegen vorst.
Als de CV-ketel een NTC-aanvoertemperatuur van minder dan 8 ºC waarneemt, wordt de CV-pomp geactiveerd. Als de temperaturen nog verder
zakken, zal de CV-ketel bij een aanvoertemperatuur van 6 ºC opstarten en bij minimale belasting in bedrijf zijn totdat de aanvoer-NTC constateert
dat een temperatuur van 15 °C bereikt is. De CV-pomp blijft dan nog 10 minuten in bedrijf. Dit beschermt alleen de CV-ketel tegen vorst. De
installatie, het leidingwerk of radiatoren worden echter niet beschermd.
Tijdens langere periodes van afwezigheid in de winter, moet de installatie zelf worden beschermd door periodiek de verwarming te activeren en
de radiatorkranen deels te openen.
Als een ruimtethermostaat de vraag regelt, stel deze dan niet in op een temperatuur van minder dan 15 °C.
Om vorstgevoelige radiatoren tegen vorst te beschermen, is het mogelijk om een thermostaat voor vorstbescherming parallel aan een
potentiaalvrije ruimtethermostaat te schakelen.
Het is eveneens mogelijk om, indien er een buitensensor aanwezig is (die moet worden ingesteld door de installateur) de CV-pomp zo in te stellen
dat deze onder OTC-instellingen automatisch wordt geactiveerd. In dit geval wordt de CV-pomp geactiveerd wanneer de buitentemperatuur tot
onder 8 ºC zakt.
ALUTHERM C 850 - 1050 - 1250
|
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
|
Gebruikershandleiding
Heating
ALUTHERM
|
CV-ketels 26
Advertenties
Inhoudsopgave
