Alutherm C 850 - 1050 - 1250
6.5.5
Prestatieverklaring
Alle voorgeschreven artikelen (rookgas en lucht) moeten in overeenstemming met de volgende prestatieverklaringen worden geïnstalleerd.
Voor aluminium: 0.1 (Dn 60-250) (hard, enkelvoudig) (rookgas) T200 P1 W V1 L10/11/13 150 030
De laatste versies van deze prestatieverklaringen staan op de website van M&G (https://www.mg-flues.com) onder 'Download Center' >
'Certifications' .
6.5.6
Installatie rookgasafvoer en luchtinlaat
6.5.6.1
Algemeen
•
Gebruik geen materialen van verschillende fabrikanten voor rookgasafvoer en luchtinlaat
•
Alleen de rookgasafvoer- en luchtinlaatonderdelen van de in deze handleiding vermelde fabrikanten mogen worden gebruikt.
•
Beide systemen (afvoer en luchtinlaat) moeten spanningsvrij worden gemonteerd.
Condens, ijsvrije afvoer, verdeelbak en zwanenhals
De CV-ketels kunnen rookgassen met zeer lage temperaturen produceren, wat kan leiden tot condensatie in de rookgaskanalen en de rookgasafvoer
Er moet daarom altijd een ijsvrije afvoer worden gemonteerd.
Voer het condenswater via een verdeelbak en een zwanenhals af naar het riool.
Luchtinlaat
Als polypropyleen wordt gebruikt voor de luchtinlaat, moet er tussen de afvoer en de luchtinlaat een afstand van minimaal 35 mm worden
aangehouden. De minimale insteeklengte van de mof, bladvanger of buis moet 40 mm zijn.
Rookgasafvoer
Een horizontaal rookgasafvoerbuis moet onder afschot van 3° (50 mm per meter) naar de CV-ketel toe worden gemonteerd om het condens terug
in de condensbak of condensverzamelaar te laten lopen. De minimale insteeklengte van de mof en de minimale lengte van het buiseinde voor
aluminium en rvs moet 40 mm zijn. Bij gebruik van polypropyleen moet worden gelet op de uitzetting (rek) van het propyleen als gevolg van de
stijgende temperatuur van de rookgassen. Steek de PP-buis in de mof en trek deze terug over een lengte van 10 mm (10 mm voor de maximale
buislengte van 2 meter).
Na montage moet de minimale insteeklengte in de mof en het buiseinde 40 mm zijn.
Condensval/-verzamelaar
De sifon/-verzamelaar moet worden verbonden via ofwel een buis naar een sifon die dezelfde waterkolomhoogte heeft als de buis die bij de CV-
ketel wordt meegeleverd, ofwel via een T-stuk naar de sifon zoals meegeleverd met de CV-ketel.
Opmerking: de rookgasafvoeronderdelen (geluiddempers) die met de CV-ketel worden meegeleverd, moeten op correcte wijze
worden gemonteerd, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding.
ALUTHERM C 850 - 1050 - 1250
|
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
|
Gebruikershandleiding
Heating
ALUTHERM
|
CV-ketels 36