Zorg er bij het ontdooien voor
dat u de vriesplaat niet beschadigt.
Anders werkt het apparaat niet meer.
Krab de rijp- en ijslagen er niet af en
gebruik geen puntige of scherpe
voorwerpen.
Vóór het ontdooien
Draai 1 dag voor het ontdooien de
Aan/Uit-schakelaar en de tempera-
tuurregelaar op een gemiddelde tot
koude stand (ca. 6), en schakel de
winterschakeling in (zie "Winterscha-
keling").
Daardoor krijgen de reeds ingevroren
levensmiddelen een extra koudereserve
en kunnen ze dus iets langer bij kamer-
temperatuur worden bewaard.
Neem de ingevroren levensmiddelen
uit het apparaat en wikkel ze in ver-
schillende lagen krantenpapier of de-
kens.
Tip: U kunt de levensmiddelen ook in
koeltassen bewaren.
Bewaar de ingevroren levensmidde-
len op een koele plaats, totdat het
vriesvak weer klaar is voor gebruik.
Het ontdooien
Hoe langer de ingevroren levens-
middelen bij kamertemperatuur wor-
den bewaard, hoe korter ze houd-
baar zijn.
Handel het ontdooien zo snel moge-
lijk af.
De stoom van een stoomreiniger
kan in aanraking komen met delen
van het apparaat die onder spanning
staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Gebruik geen stoomreiniger voor het
ontdooien.
Plaats wanneer u wilt ontdooien
nooit elektrische verwarmingsappa-
raten of kaarsen in het apparaat, om-
dat daardoor de kunststof bescha-
digd kan raken.
Gebruik geen ontdooisprays of
andere middelen om te ontdooien.
Deze kunnen explosieve gassen vor-
men, oplosmiddelen of drijfgassen
bevatten die de kunststof bescha-
digen of schadelijk zijn voor de ge-
zondheid.
Ontdooien
33