10. Ontlucht de hoogst geplaatste radiator resp. het vloer-
verwarmingscircuit en wacht tot het circuit geheel ont-
lucht is.
◁
Het water moet zonder bellen uit de ontluchtings-
klep lopen.
11. Vul zo lang water bij tot op de manometer (ter plekke)
een CV-installatiedruk van ca. 1,5 bar is bereikt.
Aanwijzing
Als u het CV-circuit op een externe plaats
vult, dan moet u een bijkomende manometer
installeren om de druk in de installatie te
controleren.
12. Sluit de vul- en aftapkraan.
13. Controleer aansluitend nogmaals de CV-installatiedruk
(eventueel vulproces herhalen).
14. Verwijder de vulslang van de vulklep en aftapkraan en
schroef de schroefdop er weer op.
15. Als u alternatief het warmwatercircuit wilt vullen en te-
gelijk spoelen, dan vult u via de vul- en aftapkraan (1)
en laat u via de aftapkraan het water af (zie sticker op
het product).
16. Stel het automatische bedrijf van de driewegklep op-
nieuw in (→ Pagina 31).
◁
Bij de ingebruikneming van het product gaat het
omschakelventiel automatisch in de uitgangspositie
"CV-circuit".
8.4
Warmwatercircuit vullen
1.
Open alle warm water-aftapkranen.
2.
Wacht totdat uit elk tappunt water loopt en sluit dan alle
warmwaterkranen.
3.
Controleer het systeem op dichtheid.
8.5
Ontluchten
1.
Open de snelontluchter.
2.
Druk 3 seconden op de toetsen
3.
Verlaat het testmenu, om een evt. dwangwerking te
deactiveren, door de knop
drukken.
4.
Selecteer aansluitend met de toetsen
de drukknop
het programma P06.
5.
Start met de toetsen
het ontluchtingsprogramma van het afgiftecircuit.
6.
Laat de functie P06 15 minuten lang lopen.
7.
Controleer na afsluiting van de beide ontluchtingspro-
gramma's, of de druk in het CV-circuit 1,5 bar bedraagt.
◁
Vul water bij, als de druk onder 1,5 bar ligt.
0020264982_03 GeniaSet Split Installatie- en onderhoudshandleiding
en
.
5 seconden lang in te
en
links van
en
rechts van de drukknop
8.6
Product in gebruik nemen
Opgelet!
Kans op materiële schade bij vorst.
Wanneer de installatie wordt ingeschakeld
terwijl zich ijs in de leidingen bevindt, kan de
installatie mechanisch worden beschadigd.
▶
Neem de aanwijzingen i.v.m. vorstbeveili-
ging in acht.
▶
Schakel de installatie niet in bij vorstge-
vaar.
Aanwijzing
Het product heeft geen aan-/uit-schakelaar. Zo-
dra het product wordt aangesloten op het elektrici-
teitsnet, is het ingeschakeld.
1.
Schakel het product via de ter plekke geïnstalleerde
scheidingsinrichting (bijv. zekeringen of contactverbre-
ker) in.
◁
Op het display verschijnt het startscherm.
◁
Op het display van de systeemregelaar verschijnt de
"basisweergave".
◁
Start de producten van het systeem.
◁
CV- en warmwatervraag zijn standaard geactiveerd.
2.
Als u het warmtepompsysteem na de elektrische instal-
latie voor de eerste keer in gebruik neemt, worden au-
tomatisch de installatieassistenten van de componen-
ten gestart. Stel de vereiste waarden eerst aan het be-
dieningsveld van de binnenunit in en pas dan bij de sys-
teemthermostaat en de andere systeemcomponenten.
8.7
Energiebalansregeling
De energiebalans is de integraal uit het verschil tussen wer-
kelijke waarde en gewenste waarde van de aanvoertem-
peratuur die elke minuut wordt bijgeteld. Als een ingesteld
warmtedeficiet (WE = -60°min in het CV-bedrijf) wordt be-
reikt, dan start de warmtepomp. Als de toegevoerde warmte-
hoeveelheid met het warmtedeficiet overeenkomt (integraal
= 0°min), dan wordt de warmtepomp uitgeschakeld.
De energiebalans wordt voor het CV- en koelbedrijf gebruikt.
8.8
Compressorhysterese
De warmtepomp wordt voor het CV-bedrijf bijkomend voor
de energiebalans ook via de compressorhysterese in- en
uitgeschakeld. Als de compressorhysterese boven de ge-
wenste aanvoertemperatuur ligt, dan wordt de warmtepomp
uitgeschakeld. Als de hysterese onder de gewenste aan-
voertemperatuur ligt, dan start de warmtepomp opnieuw.
Ingebruikname 8
33