6 Elektrische installatie
dan een afgeschermde kabel. Leg de afscherming een-
zijdig op de metaalplaat van de schakelkast van het
product.
3.
Verkort de aansluitleidingen indien nodig.
≤
30 mm
4.
Om kortsluitingen bij het per ongeluk loskomen van een
draad te vermijden, ontmantelt u de buitenste omhulling
van flexibele leidingen slechts maximaal 30 cm.
5.
Zorg ervoor dat de isolatie van de binnenste draden
tijdens het ontmantelen van de buitenste omhulling niet
beschadigd wordt.
6.
Isoleer de binnenste draden slechts zodanig dat goede,
stabiele verbindingen tot stand gebracht kunnen wor-
den.
7.
Om kortsluitingen door losse draden te vermijden, dient
u de geïsoleerde einden van de draden van draadeind-
hulzen te voorzien.
8.
Schroef de betreffende stekker aan de aansluitleiding.
9.
Controleer of alle draden mechanische vast in de stek-
kerklemmen van de stekker zitten. Corrigeer evt.
10. Steek de stekker in de bijbehorende stekkerplaats van
de printplaat.
6.13
Circulatiepomp aansluiten
1.
Voer de bedrading uit. (→ Pagina 29)
2.
Leid de 230V-aansluitleiding van de circulatiepomp van
rechts in de schakelkast van de thermostaatprintplaat.
3.
Verbind de 230V-aansluitleiding met de stekker van
stekkerplaats X11 op de thermostaatprintplaat en steek
deze in de steekplaats.
4.
Verbind de aansluitleiding van de externe toets met de
klemmen 1 (0) en 6 (FB) van de randstekker X41, die
bij de thermostaat geleverd is.
5.
Steek de randstekker op de steekplaats X41 van de
thermostaatprintplaat.
6.14
Maximaalthermostaat voor vloerverwarming
aansluiten
Voorwaarde: Als u een maximaalthermostaat voor een vloerverwarming
aansluit:
▶
Installeer de aansluitkabel voor de maximaalthermostaat
door de linker trekontlastingen van de schakelkast.
▶
Verwijder de bypass-leiding op stekker S20 van klem
X100 op de thermostaatprintplaat.
▶
Sluit de maximaalthermostaat op de stekker S20 aan.
30
6.15
Circulatiepomp met eBUS-regelaar
aansturen
1.
Controleer of de circulatiepomp correct in de systeem-
regelaar ingesteld is.
2.
Kies een warmwaterprogramma (voorbereiding).
3.
Stel in de systeemregelaar een circulatieprogramma in.
◁
De pomp loopt tijdens het in het programma vastge-
legde tijdsvenster.
6.16
Externe driewegklep aansluiten (optie)
▶
Sluit de externe driewegklep op X14 op de thermostaat-
printplaat aan.
–
Ter beschikking staat de aansluiting aan een perma-
nent stroomvoerende fase "L" met 230 V en aan een
geschakelde fase "S". De fase "S" wordt door een in-
tern relais aangestuurd en geeft 230 V vrij.
6.17
Mengklepmodule RED-3 aansluiten
1.
Sluit de voeding van de mengklepmodule RED-3 aan
X314 op de netaansluitingsprintplaat aan.
2.
Verbind de mengklepmodule RED-3 met de eBUS-
interface op de thermostaatprintplaat.
6.18
Gebruik van het hulprelais
▶
Raadpleeg evt. het installatieschema-handboek en het
handboek van de optiemodule die meegeleverd zijn met
de systeemregelaar.
6.19
Cascades aansluiten
▶
Als u cascades (max. 7 eenheden) wilt gebruiken, dan
moet u de eBUS-leiding via de buskoppelaar VR32b
(toebehoren) op het contact X100 aansluiten.
6.20
Afdekking van de netaansluitingsprintplaat
monteren
1.
Draai alle schroeven aan de snoerontlastingsklemmen
vast.
2.
Plaats de afdekking erop.
3.
Bevestig de afdekking van de netaansluitingsprintplaat
met de beide schroeven.
6.21
Elektrische installatie controleren
▶
Voer na afsluiting van de installatie een controle van de
elektrische installatie uit door de tot stand gebrachte aan-
sluitingen op vastheid en voldoende elektrische isolatie te
controleren.
Installatie- en onderhoudshandleiding GeniaSet Split 0020264982_03