10. Milieubescherming en verwijdering
10.
Milieubescherming en verwijdering
10.1
Milieubescherming
10.2
Afvalverwijdering
46
•
Bij alle werkzaamheden aan en met het product de wette-
lijke plichten voor het vermijden van afval en op juiste wijze
afval verzamelen en de in de land van gebruik geldende
milieuwetten aanhouden.
•
Speciaal bij reparatie- en onderhoudswerkzaamheden mo-
gen water verontreinigde stoffen zoals vetten en oliën niet
de bodem vervuilen of in het riool terechtkomen.
Accu's, accessoires en verpakkingen moeten op een milieu-
vriendelijke manier worden gerecycled.
De afvalverwijdering van het product (ook machineonderdelen,
motorolie en brandstof) volgens de plaatselijke afvalverwijde-
ring voorschriften.
Als het product het einde van zijn levenscyclus
heeft bereikt, moet voor een veilige en des-
kundige afvalverwijdering in het bijzonder van
de delen en stoffen, die schadelijk voor het
milieu zijn, gezorgd worden. Daartoe behoren
o.a. brandstof, smeermiddel en kunststof.
•
Het product wegens gevaar van mogelijke milieuvervuiling
door een goedgekeurde onderneming laten verwijderen.
•
In elk geval controleren, welke onderdelen en materialen
naar de recycling afgevoerd kunnen worden. Deze door ge-
schikte afvalverwijdering firma laten verwijderen.
30.20/4