2. Veiligheid
Gevaar door niet-
ergonomische bediening
Gevaar door draaiende on-
derdelen
Gevaar door elektrische
spanningen
Gevaar door hitte
Gevaar door lawaai
Gevaar door trilling
12
Bij sommige activiteiten is er een risico op spier-, pees- en bot-
letsel als de bediening niet met de nodige zorg wordt uitge-
voerd.
► Vermijd ongunstige bewegingen en een slechte houding.
► Dit proces aan beide kanten van de drempel verhogen.
Gevaar door grijpen en opwinden van draaiende onderdelen
(slijpschijf, schroefkop, enz.).
► Doelmatige, nauw aansluitende kleding dragen, die niet
door draaiende machineonderdelen of zaagbladen gegre-
pen kunnen worden.
► Ringen en halskettingen, enz. afnemen.
Onderdelen in het binnenste van het product kunnen onder
spanning staan en kunnen bij contact ernstig tot dodelijk letsel
veroorzaken.
► Werkzaamheden aan het elektrisch systeem alleen door
geautoriseerde elektromonteurs.
► Fouten (contactfout, uitwendige beschadigingen aan de
kabel of de behuizing, enz.) direct verhelpen.
► Alvorens te werken aan het elektrisch systeem: Systeem
stroomloos maken, aandrijving uitschakelen en stroom-
voorziening afdekken.
► Tijdens het werken aan het elektrisch systeem: Geen
stroomvoerende leidingen aanraken.
► Aardkabel op goed vastzitten en volledigheid controleren.
► Aansluitingen van de aardkabel op zuiverheid en vrij van
corrosie controleren.
Letselgevaar door het aanraken van hete delen.
► Voor het werken aan verhitte delen, motoren uitzetten en
hete delen minstens 30 minuten lang laten afkoelen.
► Verhitte delen niet aanraken.
Blijvende schade, speciaal het gehoor, als de geschikte per-
soonlijke gehoorbescherming van de bediener niet continue
wordt gedragen.
► Gehoorbescherming dragen.
Een overbrenging van trillingsgolven op het menselijke lichaam
is schadelijk voor de gezondheid. Hoewel de gebruikersinterfa-
ce trillingsdemping heeft, is een complete ontkoppeling van de
trillingen niet mogelijk.
► Gevoerde handschoenen dragen.
► Installeer tijdens het werkproces trillingsvrije inspanningen
met overwegend dynamische spierspanning.
30.20/4