2. Veiligheid
Eerste hulp
2.11
Brandbeveiliging
Algemeen
14
Geschikt oliebindmiddel en reinigingsmiddel gereed hou-
den.
► Controle het volgende alvorens het product te verlaten:
Op juiste wijze opstellen
•
•
Beveiligen tegen onopzettelijk bewegen
•
Veilig bewaren van gereedschappen en accessoires
► Alleen machines, apparaten en gereedschappen gebruiken
die in orde zijn.
► Ook kleine defecten direct verhelpen, om daardoor grotere
te voorkomen.
Om in geval van nood eerste hulp te kunnen bieden, moet het
volgende veilig gesteld zijn:
► Zorg altijd voor een goede, volledige en schone inrichting
van de "Eerst Hulp" uitrusting.
► Met het oog op de "Eerste Hulp" maatregelen en geschikte
apparatuur voor de medische dienst of het kantoor van de
dokter raadplegen.
► Gebruikt materiaal onmiddellijk vervangen.
► Eerste Hulp inrichtingen (verbanddoos, dekens, enz.) en
brandblussers binnen handbereik bewaren.
► Materiaal voor de afzetting van de plaats van het ongeval
meenemen.
Bij brand van brandstoffen, olie of verven en lakken komen
giftige dampen vrij.
Bij smeulende branden in elektrische apparaten komen giftige
dampen vrij door het verkolen van kabels.
► Iedereen is verplicht naar mogelijkheid en redelijkheid al-
les te voorkomen, wat een brand kan veroorzaken of de
verspreiding van een brand kan bevorderen.
► In het algemeen mogen optredende branden alleen met
poederblussers worden bestreden.
De volgende maatregelen voor het thema brandbeveiliging
moeten worden aangehouden.
► Er mogen alleen goedgekeurde brandblussers (poederblus-
ser) van de voorgeschreven brandklasse worden gebruikt.
► De brandblussers moeten periodiek worden gecontroleerd
en met keuringsstickers zijn voorzien (ten minste om de 2
jaar, let op de afloopdatum!).
► Na gebruik van een brandblusser moet deze onmiddellijk
worden vervangen.
30.20/4