De printer gebruiken
b
Druk op [ ] of [ ] om een sjabloon te selecteren om af te drukken en druk vervolgens op de knop [OK].
c
Als een database gekoppeld is:
Een scherm voor het selecteren van het databasenummer [Recordnummer] verschijnt. Druk op [ ] of [ ]
om het nummer van het af te drukken databaserecord te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].
d
Er wordt een bericht met het aantal exemplaren weergegeven ter controle.
1 Aantal exemplaren
2 Databasenummer (alleen bij een gekoppelde database)
3 Voorbeeldpictogram
4 Sjabloontekst
Opmerking
• Druk op de [Menu]-knop om het geselecteerde veld te wisselen.
• Selecteer het voorbeeldpictogram om een voorbeeld te bekijken en druk vervolgens op de knop [OK].
• Om de tekst in een sjabloon te controleren, selecteer het tekstveld van de sjabloon en druk vervolgens op
[ ] of [ ]. Omdat alleen de eerste 16 tekens worden weergegeven, selecteer het voorbeeldpictogram als
u meer tekens wilt controleren.
• De tekst wordt op het LCD-scherm weergegeven in de volgorde die is ingesteld met P-touch Editor. Zie
De tekst en volgorde voor weergave op het LCD-scherm instellen op pagina 131 voor meer informatie.
e
Druk op [ ] of [ ] om het aantal afdrukexemplaren te selecteren en druk vervolgens op de knop [OK].
De labels worden afgedrukt.
Opmerking
• U kunt het aantal afdrukexemplaren tussen 1 en 999 instellen.
• Als de sjabloon een automatisch ophogend nummer bevat, wordt bij elk label dat wordt afgedrukt het veld
voor de nummering automatisch opgehoogd met de ingestelde waarde.
• Als [Afdr. bevest.] op [Uit] staat, begint het afdrukken wanneer de knop [OK] wordt ingedrukt in stap c.
2
3
4
1
2
46