De printer installeren
Belangrijk
• Specificeer de volgende instellingen voordat u de labelverwijderaar gebruikt:
• Apparaatinstellingen van de "Printer Instelling Tool": Specificeer [Labelpeller] voor [Uitgangsstand]
op het tabblad [Basis]. Zie Apparaatinstellingen op pagina 66 voor meer informatie.
• Printerstuurprogramma: Selecteer het selectieveld [Afpelfunctie gebruiker] op het tabblad [Basis].
Zie voor meer informatie Instellingen printerstuurprogramma op pagina 16 en Na het afdrukken
op pagina 17.
• Specificeer de volgende instellingen wanneer u de labelverwijderaar niet gebruikt:
• Apparaatinstellingen van de "Printer Instelling Tool": Specificeer [Afscheuren] voor [Uitgangsstand]
op het tabblad [Basis]. Zie Apparaatinstellingen op pagina 66 voor meer informatie.
• Printerstuurprogramma: Wis het selectievakje [Afpelfunctie gebruiker] op het tabblad [Basis]. Voor
het openen van het dialoogvenster eigenschappen voor het printerstuurprogramma, zie stap a in
Instellingen printerstuurprogramma op pagina 16.
Instellingen printerstuurprogramma
a
Open het dialoogvenster [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] van de printer.
Windows Vista / Windows Server 2008
Klik op
- [Configuratieprogramma] - [Hardware en geluid] - [Printers], klik met de
rechtermuisknop op de printer waarvan u de instellingen wilt wijzigen en klik op
[Voorkeursinstellingen voor afdrukken].
Windows 7 / Windows Server 2008 R2
Klik op
- [Apparaten en printers], klik met de rechtermuisknop op de printer waarvan u de
instellingen wilt wijzigen en klik op [Voorkeursinstellingen voor afdrukken].
Windows 8 / Windows 8.1 / Windows Server 2012 / Windows Server 2012 R2
Klik op [Configuratieprogramma] op het scherm [Apps] - [Hardware en geluid] - [Apparaten en
printers], klik met de rechtermuisknop op de printer waarvan u de instellingen wilt wijzigen en klik op
[Voorkeursinstellingen voor afdrukken].
1
1
16