Opbouw en functie
Aansluiting tussenslangpakket
5.2.7
Selecteren en instelling
Lasprogramma's kunnen via de apparaatbesturing worden ingesteld. In het linkerdisplay wordt de
draadtoevoersnelheid aangegeven. Het rechterdisplay geeft de overige parameterinstellingen, zoals pro-
grammanummer of hete-draadstroom (alleen bij hotwire), weer. De bedrijfsmodus is bij alle programma's
identiek.
De volgende selectie is een toepassingsvoorbeeld:
5.2.7.1
superPuls
Met de EWM superPuls-functie is het mogelijk om automatisch om te schakelen tussen twee arbeidspun-
ten van een proces.
42
Afbeelding 5-21
ENTER
Afbeelding 5-22
EXIT
3s
099-000237-EW505
9.02.2023