6159932250-02
Nederlands
28 / 102
Type
Tijd of hoek
2 Controle van het sleepkoppel met stopzetting op koppel:
Min. hoek
Min, max. koppel
Stopkoppel
Ontkoppeling:
Type
Hoek
Offset sleepkoppel
NULST aan begin van fase
Constante afwijking
Zie Bijlage - Schroefmethodes voor verdere informatie.
3.3 - Sprong
Deze fase geeft de mogelijkheid meer complexe cyclussen tot stand te brengen.
Bijvoorbeeld:
V
V
S1
R1
---
S3
s1
3.4 - Fase "Wachten synchronisatie"
In de fase "Wachten synchro" is het mogelijk het volgende te synchroniseren:
•
de fases van meerdere stuurkasten als de werkmodus synchroon is.
•
de fases van meerdere spillen als de werkingsmodus asynchroon is.
Eerst moeten de "synchro" signalen van alle stuurkasten met elkaar verbonden worden en moet er een wachtfase geprogrameerd
worden voor elke stuurkast.
Het aansluitschema wordt beschreven in het hoofdstuk "Aansluitingen en installatie".
Werkingsprincipe:
V
S
R
s t u u r k a s t n ° 1
V
R
W
s t u u r k a s t n ° 2
3.5 - «Lege» fase
Een "lege" fase is een niet geprogrammeerde fase.
De schroeffase wordt uitgevoerd van de eerste geprogrammeerde fase tot de eerste lege fase. Als er andere fases geprogrammeerd
zijn na een "lege" fase, dan kunnen deze alleen worden uitgevoerd na een voorwaardelijke sprong van het hoofdprogramma naar
één van deze fases (zie fases "sprong" en "foutbehandeling").
tijd of hoek.
0 - 20 s of 0-9999,5°.
0 - 9999,5°.
0 - max. waarde van de spil.
0 - max. waarde van de spil.
<-hoek.
0-9999,5°.
negeren/toevoegen aan de meting/van de meting aftrekken. De gemiddelde waarde van de
sleepkoppel wordt gebruikt als offset, meer of minder, voor de meting in de navolgende fases.
ja/nee. Hiermee kan de waarde van de voorheen gedetecteerde offset op nul worden ingesteld aan
het begin van de fase.
0-9999. Wanneer deze waarde 0 is wordt de gemiddelde waarde van de sleepkoppel gebruikt als
"offset", meer- of minderwaarde, voor de meting van de volgende fases. Als deze anders is dan
0, dan wordt deze waarde afgetrokken van die van de sleepkoppel.
S1
R1
Voorspannen
schroeven.
foutbehandeling
lege fase: veroorzaakt stopzetting van de cyclus.
fase van hervatting wanneer er een fout in fase 4 is.
sprong naar fase 4 (S2) voor het beëindigen.
Elke stuurkast geeft aan de anderen door dat hij de wachtfase bereikt heeft door het
"synchro" signaal op "0" te stellen. Hierna wacht hij totdat de andere stuurkasten hun eigen
W
S
wachtfase bereiken door de "synchro" ingang in de gaten te houden. In het voorbeeld
hiernaast voert stuurkast nr. 2 het begin van de cyclus uit (Zoeken, Voorspannen) en wacht
S
dan totdat stuurkast nr. 1 zelf zijn fases beëindigt (Zoeken, Voorspannen, Schroeven) om
samen door te gaan met de rest van de cyclus. Na 10 seconden (max. standaard
geprogrammeerde tijd) vervolgt of stopt de stuurkast de cyclus.
PROGRAMMERING
S2
---
S3
- bij fout sprong naar fase 6 (S3).
- zoniet, uitvoering van fase S2 en dan stopzetten cyclus.
s1