3.6.3
p-V-diagrammen
3.6.4
Instelling servo-kleppen
Hier worden de parameters voor de eindposities van de kleppenstand bepaald. Deze parameters
worden in de fabriek afzonderlijk voor elk unit bepaald. Een willekeurige wijziging van deze instellingen
kan leiden tot een aantasting van de prestaties en/of de vernieling van het kleppenmechanisme. Indien
deze instellingen per ongeluk zijn gewijzigd, moet het EPP-deksel van de ventilatoren voorzichtig
worden verwijderd en moeten de vier mogelijke parameters op de standaardwaarde "15" worden
ingesteld.
Middels "Schrijven naar unit" worden deze instellingen dan op de unitbesturing overgebracht. Schakel de
unit in ventilatiestand 0 (kleppenstand "gesloten"). Door voorzichtig de instellingen te wijzigen kan de
oorspronkelijke instelling worden doorgevoerd, doordat het effect van de gewijzigde parameters visueel
gecontroleerd kan worden.
In gesloten stand moeten de kleppen licht op de ventilator rusten. Een instelling waarin de kleppen door
de servomotor hard tegen de ventilator worden gedrukt is niet toegestaan en moet te allen koste worden
vermeden!
36