De twee gelijkaardige ventilatoren zijn zijdelings in de buis geschoven en kunnen er ook vlot zijwaarts
worden uitgetrokken. Daarbij moet erop worden gelet alle aansluitkabels voor het verwijderen te
ontkoppelen, en bij het opnieuw invoeren opnieuw volgens aansluitschema (zie sectie 3.5.3) aan te sluiten.
3.3.3
Vervangen van de printplaat
Voor het vervangen van de printplaat moet de unit van de netvoeding worden ontkoppeld!
Er moet verplicht een antistatische polsband worden gedragen!
De printplaat bevindt zich in het onderste linker deel van de behuizing en is eenvoudig te bereiken door de
unit uit de mantelbuis te tillen. Na het loskoppelen van alle aangesloten kabels van de printplaat, kan deze
eenvoudig uit de daarvoor voorziene geleiding worden getrokken.
De vervanging van de printplaat kan nu plaatsvinden. Sluit vervolgens alle kabels opnieuw op de kaart aan
volgens het aansluitschema 3.5.3 en plaats unit weer in de juiste positie in de mantelbuis. Herstel ten slotte
de netvoeding.
3.4
Weergave van foutmeldingen
De unitbesturing is uitgerust met een intern systeem voor foutdetectie. De weergave van een foutmelding
geschiedt door de rode LED onder het storingssymbool.
Foutsignalering via LED
LED-signalering
Rode LED knippert
Wanneer een foutmelding wordt weergegeven, noteer het typeplaatje-serienummer (zie typeplaatje op het
EPP-kern-lichaam) en neem contact op met de verantwoordelijke installateur.
28
Storingsprognose
Ventilator defect of geblokkeerd
Servomotor kleppen geblokkeerd
Temperatuursensor defect