3.2.4
Inbouw van de unitkern
1. Schroef de wandsteun losjes tegen de binnenwand en zorg ervoor dat de stroomkabel door het links
of rechts voorziene gat onder het kerngat kan worden gevoerd. Laat deze kabel voldoende ver uit het
gat hangen om hem later aan de printplaat te kunnen aansluiten. Bij het doorvoeren door het linkse
gat moet minstens 30 cm kabel overblijven, en minstens 50 cm bij gebruik van het rechtse gat naast
het kerngat. De sectie Elektrische aansluitingen verstrekt hierover bijkomende informatie.
Controleer vooraf de vereiste draagkracht van elk montageoppervlak (het eigen gewicht van
de ComfoAir 70 is 22 kg) en de veilige montagemogelijkheid aan de hand van voldoende
lange pluggen en schroeven. Het meegeleverde montagemateriaal moet enkel als aanwijzing
worden aangezien. De verantwoordelijkheid voor een veilige montage rust op de klant /
installateur!
Eventueel moet de EPP-buis worden ingekort op de lengte van de mantelbuis +5 mm of de
wanddikte, zodat deze op de gevel aansluit. Vanwege de scheiding van de EPP-buis in twee
secties, raden wij aan om de bovenste en onderste helft te snijden en vervolgens het
blootgestelde middenstuk te snijden. Een eenvoudig mes mag de middelste scheidingsgroef
niet raken, waarmee het gevaar bestaat dat deze afbreekt.
2. Besproei de binnenzijde van de mantelbuis met silicone-spray, waardoor de unit er eventueel
gemakkelijker kan worden ingevoerd.
3. Schuif de unitkern volgens de onderstaande figuur in de mantelbuis en sluit de voedingskabel aan op
de printplaat (zie sectie Elektrische aansluitingen).
4. Alvorens de unitkern volledig in de buis te schuiven, sluit de kabel van de bedieningsunit aan op de
besturing (zie sectie Elektrische aansluitingen).
20