Apparaten met aansluiting voor tweede ruimte:
Voor het instellen van een evenwichtig debiet zijn er twee mogelijkheden:
1. Luchtstroommeting aan de hand van een meetinstrument (doorgaans windmeter) en een
overeenkomstige aanpassing van de ventilatiestand-instellingen.
2. Na bepaling van de leidingkarakteristiek van het aangesloten luchtkanaal kan de instelling van
de ventilatiestanden worden afgelezen van de p-V-diagrammen voor retour- en toevoerlucht.
Voorbeeld van procedure bij huidige leidingkarakteristiek (kanaal toevoerzijde):
In het bovenstaande voorbeeld zijn de volgende waarden voor de parameters van de
toevoerventilator in de software te bepalen:
Het is belangrijk op te merken dat door een drukverlies in het kanaal, het maximale debiet aan
toevoerlucht-zijde (ventilatiestand 4) daalt tot 52 m³/uur. Overeenkomstig moet het debiet aan
retourlucht-zijde bij ventilatiestand 4 eveneens tot 52 m³/uur worden beperkt. De instelling van de
retourlucht-ventilator is derhalve als volgt te wijzigen.
LS1 Toevoer
38
LS2 Toevoer
55
LS3 Toevoer
80
LS4 Toevoer
100
LS4 Retour
86
35